Opeens begreep ik mijn vriendin, die geen vaste supporter genoemd kan worden: een potje zevende-klasse-voetbal bekijken is hard werken.
Toch had het wel wat, dacht ik. Rustig achterover leunen in de dug-out, opstaan en wat langs de kant lopen. En de wissels bepalen.
Maar na de wedstrijd (ruststand 1-0, eindstand 6-0) zag ik in dat je maar weinig kunt doen. Af en toe zette ik het om, omdat we eenmaal niet voor iedere positie een man op de bank hadden zitten. Dus de spits verschoof van voor naar achter, en de back van achter naar voor. Het haalde allemaal weinig uit. Aanwijzingen waren al helemaal onbegonnen werk. Het enige wat nog hielp was af en toe een flankspeler zeggen het veld breed te maken. Meer niet. Ik stond er verloren bij, daar aan de kant.
Ik begreep wat iedere oud-voetballer, getransformeerd tot trainer, iedere week moet voelen: daar in het veld, daar gebeurt het.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten