Ze was vijftien, veertien hooguit, en ze hoorde bij het groepje polderjongens een paar rijen boven ons. Ze liep altijd achteraan naar boven, langs onze plaatsen aan het gangpad. De jongens waren wat ouder, rond de twintig, en ze was vast het vriendinnetje van één van hen.
Het was een luidruchtig groepje en ze deed luidruchtig mee. ‘Joden!’ klonk het van boven, ook als de rest van het stadion stil was. Soms klonk het ‘Joden!’ alleen van het meisje, ook als de rest van het groepje stil was. Haar overslaande stem bereikte de grenzen van ons tribunevak en wie weet zelfs het veld.
Als de jongens besloten vroeger weg te gaan ging ze mee, weer achter haar vriend aan naar beneden. Soms hoorden we haar uitbundige ‘ Joden!’ nog een keer vanaf de trap naar buiten het stadion. De nuchteren onder de supporters keken elkaar dan wat meewarig aan.
Op een dag kwam ze niet meer mee met het groepje uit de polder. De vriend was alleen. Ik ben benieuwd waar ze nu mee naar toe is.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten