De palen waren al uit de grond. Het doel leunde tegen de ballenvanger die lekte aan alle kanten. De krijtlijnen waren weg en zaten aan schoenen van buitenspelers - achtergebleven in verwaarloosde tassen.
Niets op het veld herinnerde aan onze felle tackles en scherpe passes, woeste uithalen en verbasend gejuich. Van onze behaalde zevende plek was weinig meer te zien.
Dit was duidelijk het einde van een seizoen.
Maar niet voor ons, die zevende plek smaakte naar meer. Wij moesten verder, finales, Europa in, ja echt, heel dichtbij zagen wij een prijs, of zoiets. Een zomer doortrainen leek de beste oplossing.
Dus stonden we op het lege veld en begonnen met wat oefeningen. Tot daar een Mercedes recht op ons af kwam stuiven. Het raam ging open. Achter het stuur zat een gorilla die we nooit eerder hadden gezien: hij was groot, sterk en had overal haar. Hij begon te schreeuwen: flarden van teksten vlogen op ons af: ‘ingezaaid’, ‘boete’, ‘kutwerk’, ‘betalen’.
Wij dropen af. Dat het seizoen echt voorbij was, wilde nog niet bij ons doordringen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten