Voor de wedstrijd in de kantine spreken een paar van hen ons aan: hoe het met ons gaat en wat onze vorige uitslagen waren. Aardige jongens en mannen, zo lijkt het.
Vlak voor het begin van de wedstrijd worden er op het veld vooral opmerkingen gemaakt over het weer: harde wind en koude regen. Dit kan een mooie pot worden.
Tijdens de wedstrijd is het schoppen en ellebogen uitdelen, natrappen en vooral veel schelden, klagen en zeiken. Tegen elkaar, tegen ons en natuurlijk tegen en over de scheidsrechter. Elke overtreding van ons is schandalig en bij hun is nooit iets aan de hand. Iedereen kan de kanker krijgen.
Als het laatste fluitsignaal klinkt – ze hebben verloren – krijgen we netjes een hand. ‘Succes nog’, ‘gefeliciteerd’ en ‘spannende pot’. De agressiviteit van de wedstrijd is als bij toverslag verdwenen.
Bovenstaand proces voltrekt zich, hoewel niet elke wedstrijd, behoorlijk vaak. Voor veel amateur-voetballers hoort het er gewoon bij: het schoppen en slaan en vooral het schelden. Naast techniek, tactiek en fitheid is het intimideren en uit zijn spel halen van de tegenstander een van de kwaliteiten van een elftal. Het meest merkwaardige is nog het onderlinge gescheld. Voetbal is niet leuk, het is georganiseerd gefrustreerd zijn en afreageren. Met sportiviteit, of een gebrek daaraan, heeft dit alles in hun ogen weinig te maken; het hoort er gewoon bij. Voor ons hoort het er niet bij. Als we ooit stoppen, is het om van dit soort ploegen verlost te zijn.
Door Vincent
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
beloofd veel gezellige zondagen dit soort verhalen. Blijft bijzonder hoe iemand op het veld en enorme neanderthaler kan zijn en een seconde na het fluitsignaal weer de ideale schoonzoon is haha.
Ik ben echt trots dat jullie zo goed als nooit op elkaar schelden, en daarom zijn jullie het leukst, het liefst, het knapst en sexiest op het veld.
Een reactie posten