Als je zegt verhalen achter het voetbal te vertellen, moet je soms ver gaan.
Daar gaat ‘ie dan: voetballers en poepen.
Helemaal actueel, want dit weekend rende NAC-speler Kees Luijckx in de 65e minuut plotseling van het veld. Hij had hier helaas geen romantische redenen voor. Het was niet dat Kees in een vlaag van verstandsverbijstering dacht: wat doe ik hier toch allemaal, dat gepiel op zaterdagavond, ik ga naar huis, mijn maten in de kroeg opzoeken, ik ga weer leren, een echt vak, net als vader voor de klas.
Nee, Kees moest poepen. Sommige jongens vergeten hun schoenen, sokken of scheenbeschermers, andere beginnen de wedstrijd met volle darmen.
In de 65e minuut rende Kees het veld af, een minuut later was hij terug. Maar hoe regel je zoiets in het profvoetbal? Is het gewoon rennen en terugkeren? Of zou Kees tijdens een corner een ploegmaat om raad hebben gevraagd? Of even naar de lijn roepen: “Trainer, ik moet eigenlijk even poepen. Kan dat?” Of de scheids: “Scheidsie, momentje hoor, leg het effe stil, ben zo terug, echt één minuutje.”
Ach, in de 8e klasse hebben we het allemaal meegemaakt. Toen van de zomer onze kleedkamers verbouwd werden, en daarmee onbegaanbaar waren, sprintte er één met een oude sok, uit de tas gegrist, de bosjes in. Daar keek niemand echt van op. Jammer dat de bal even later ook 'ongeveer daar' de bosjes invloog.
Toch zijn het de momenten die het voetbalweekend kleur geven. Zondag zullen – in navolging van gesprekken aan de voetbaltafels – de grappen in de kleedkamer en kantine over Kees gaan die moest poepen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten