dinsdag 17 juli 2012

Terug uit Kharkov

Ik zag niet uit naar mijn terugkeer op het werk. Steeds weer zou ik moeten vertellen hoe het in de Oekraïne was geweest. "Ja, nee, inderdaad, die wedstrijden vielen wel tegen." Ik voelde me haast persoonlijk verantwoordelijk. "Nee, ik weet het ook niet, wat er nou allemaal aan de hand is, met Huntelaar en Van der Vaart enzo." Pfff.

Al snel wordt mijn vrees bewaarheid. Ik sta nog maar in de lift of daar heb je de secretaresse al: "Ik heb er natuurlijk geen verstand van, maar die Van Persie bakte er echt helemaal niks van." Ja, denk ik, dat kan dan wel zo zijn, maar dan mag jij dat nog niet zeggen.

 Gelukkig word ik al snel verlost: vergadering. Ik ga naast de baas zitten, die kan me toch moelijk tijdens de vergadering vragen wie ik vind dat de nieuwe bondscoach moet worden. En toch, ik kan het niet helpen, dwalen mijn gedachten al snel af naar het voetbal. Het gaat, zoals vaker, over dat ene moment.

 Als Robben nou gewoon om die Casillas heenloopt...

zondag 15 juli 2012

Noordwijk

Er zijn er honderden van, overal in het land: een wedstrijdje waarbij een profclub een amateurclub bezoekt in de voorbereiding. Wij zijn bij Noordwijk - Ajax. Het moet een zomeravondpotje worden, aan de lijn met een biertje en zonnetje.

Maar het is koud en regent.

Naast het hoofdveld staat de bus van Ajax. Er staat groot '31' op. De gasten worden aangekondigd als "de 31-voudig landskampioen AFC AJAX". De dug-out is te klein voor de Amsterdammers. Langs de lijn staan bijna twintig stoelen voor wisselspelers en staf. De eerste helft speelt Ajax 2, jonge jongens. In de zestigste minuut komen er negen nieuwe spelers in van de hoofdmacht.

Er staan jochies uit Noordwijk langs de kant die commentaar geven: "We moeten niet gaan voetballen, want dan verliezen we." Zelfs als de amateurclub probeert niet te voetballen, en in te zakken, combineert Ajax er doorheen. 8-0.

Er wordt geklapt voor doelpunten, maar de supporters en fans zijn zelf ook nog in de voorbereiding. Geen liedjes, vlaggen of vuren.

Achter het doel gelooft de plaatselijke jeugd het wel en speelt zelf een potje. Alsof Ajax niet meer het grote Ajax is.

Mooiste moment is de 86e minuut. De keeper van Noordwijk peert een bal over de zijlijn. Ajax-coach Frank de Boer staat op van zijn stoel en legt de bal nonchalant stil. Alsof hij zijn jongens wil zeggen: zo, jongens, zo doe je dat.

Finale

Twee jaar geleden, toen Nederland de WK-finale verloor van Spanje, moest ik inchecken in een hotel in Madrid. De receptionist grijnsde: 'Ah, Holanda, bienvenido'. Als troost kregen we een kamer met uitzicht op het plein waar de Spaanse spelers gehuldigd werden. Vanuit onze kamer keken we neer op krioelend Spanje. Meer konden we op dat moment niet voor Nederland betekenen.

Ik gunde de Spanjaarden niets, in weer een finale. Helaas waren de Italianen even machteloos als wij destijds op ons balkon. De blessure van Motta was nog het minst pijnlijk van de hele avond.

Ik zag de wedstrijd in HD. Ik kon de snorharen tellen van de buschauffeur die het Spaanse team traint. In de pauze kon ik de mee-eters van Jan van Halst door zijn grime heen zien, de kringen onder zijn ogen waren net zo duidelijk als de cirkels die hij om middenvelders tekent.

Zo kon ik ook de woede bij Balotelli prachtig zien. In praten en denken toonde hij zich eerder al geen groot talent maar tot verliezen bleek hij helemaal niet in staat. Zijn gorillalichaam had alle dreiging verloren. Daar kon zelfs dat gekke plukje haar niets aan veranderen. De medaille die hij omgehangen kreeg leek te zwaar voor zijn nek.

Italië verloor terecht. Dat zag zelfs ik, als niet-kenner. Met hun schoolpleintjes voetbal, vol getik-tik-tik maakten de Spanjolen het zelfs voor de TV-kijker onmogelijk de bal te volgen.

Terwijl iemand ‘Spanje’ in de beker freest, worden alle Spaanse voetbalzonen en –dochters het veld op gedragen. Champagne en sentiment. Even zwaaien naar de camera, deze overwinning is voor jou kleine Juan. Walgelijk natuurlijk maar in ieder geval altijd nog stijlvoller dan Diederik Samson, die hoopt te winnen door zijn kindjes.

Toch, het is pas na al deze uitbundigheid dat het pijnlijkste moment van de avond zich voordoet. Als het Spaanse koningshuis haar elftal bejuicht, houden twee spelers schielijk de Catalaanse vlag achter de beker. Ze doen het voorzichtig, maar toch, ze doen het. Medespelers gebaren de vlag snel weg te stoppen maar het al te laat. De koning heeft het gezien. Het levert het vreemde beeld op van een trotse vorst die juicht en op zijn lip bijt tegelijkertijd.

Door: Jelmer