woensdag 31 augustus 2011

Theo

Theo vond het maar niks.

"Het was wel zwaar", zei hij, nadat hem gevraagd was wat hij vond van de show tijdens het Voetballer van het jaar Gala. "Het was lang zitten, en ik ben niet zo van het zitten."

Theo Janssen liep verloren rond op het gala waar hij de Gouden Schoen kreeg uitgereikt als beste voetballer van de Eredivisie. Vorig jaar was hij de beste, in het shirt van FC Twente.

Interviewer: "Wordt het een leuke avond?"
Janssen: "Zijn dit soort dingen leuk? We gaan het zien."

Aan alles was te zien dat Janssen liever thuis, in Arnhem, was gebleven. Bij het uitreiken van de prijs stonden twee dames - in weinig verhullende kleding - tegen hem aan voor de foto's. Theo keek wat om zich heen. Ook Gordon moest met hem op de foto. Janssen liet het gebeuren en lachte - al leek het meer op het uitlachen van de zanger.

Hij kreeg de prijs - op verzoek van Theo - uit de handen van de elftalbegeleider van Twente, een nuchtere man. Het leek alsof Theo dat gedaan had zodat hij een metgezel had, ook iemand die liever in het oosten van het land was gebleven. En iemand die snel weer van het podium wilde afstappen. Humberto Tan vroeg hem om een anekdote over Theo die nog niemand kende, maar de man zei: "Er is genoeg geschreven."

Theo zag dat het goed was. Hij zei: "We gaan nu even bijkletsen. En dan snel naar huis."

Eljero

Hij wilde helemaal niet naar Italië, naar Turijn. Daar had hij zo zijn redenen voor.

In Italië is nog altijd sprake van racisme in de stadions, zei hij. En als buitenspeler krijgt hij maar weinig ruimte, omdat er vaak met dubbele dekking wordt gespeeld.

Hij wilde naar Engeland - vier clubs toonden interesse - waar veel meer mogelijkheden lagen en waar hij zich veel beter thuis zou voelen.

Zo had Eljero Elia er goed over nagedacht aan wie hij zich moest overgeven in het getouwtrek van de transferperiode.

Maar gister vertrok hij naar Italië, na de training van het Nederlands elftal met een privé-jet van de voorzitter van Juventus. Hij las er de krant. Het aanbod van Juventus was veruit het best.

Dus, hop, Italië maar eens proberen. Als het niet bevalt, dan ga je in de volgende periode toch gewoon weer weg?

maandag 29 augustus 2011

Ballen

Het grootste deel van de wedstrijd sta ik in de mandekking op een gigantische spits, kopsterk en een goede kaatser, waar weinig eer aan valt te behalen. Af en toe wisselt hij van positie met een van de middenvelders, die nog wel eens een actie probeert te maken. Leuker om te verdedigen.

Als de middenvelder de bal krijgt aangespeeld, zit ik kort in zijn rug. Hij probeert weg te draaien en me links te passeren. Een schot met rechts op doel dreigt, maar ik zit er goed tussen en ben wellicht eerder bij de bal. We worstelen om voor de ander te komen.

Dan knijpt hij vol in m'n ballen, schiet de bal tegen mij aan en struikelt voorover. De bal gaat over de achterlijn. Hier moet verhaal gehaald worden, even gescholden en een duwtje worden uitgedeeld. De scheids stuurt ons er allebei voor vijf minuten af.

Vijf minuten, een mooie tijd om een paar spitsvondigheden te bedenken voor zometeen in het veld, voor het geval de vijandelijkheden een vervolg krijgen. Het wil niet echt vlotten, ik kom weinig verder dan "heb je zelf geen ballen om in te knijpen?" In ieder geval zal ik hem verdedigend goed aan moeten pakken, als hij nu scoort verlies ik natuurlijk sowieso.

Terug in het veld komt hij meteen naar me toe.

- "Hee sorry man van net, ging niet met opzet."
- "Ok. Wat probeerde je dan in godsnaam te doen?"
- "Tja, je ballen hingen lager dan ik dacht."

Net iets te laat reageer ik op zijn loopactie.

dinsdag 23 augustus 2011

Op de wagen


Het leek een beetje een raar begin van het seizoen, nu we vorig jaar kampioen waren geworden. Bij de profs en de amateurs tegelijk, ook nog. Het succes was toch een beetje minder écht nodig dit jaar, en alles kwam wat langzamer op gang.


Ajax won de eerste wedstrijdjes, het begon heel makkelijk en rustig. Zelf was ik licht geblesseerd, en had nog niet getraind. Ze zouden wel komen, die eerste wedstrijden.


Toen kwam dit weekend. Op zaterdag, potje tienen in de zon. Op zondag, vier korte oefenwedstrijdjes, helemaal kapot. Maar wat was het mooi. Volgende week begint het echt, voor de beker, en pas over drie weken daar waar het werkelijk om gaat: de competitie.


Na het douchen, in de kantine de slotfase van VVV-Ajax. Meteen is ook dat seizoen niet meer makkelijk en rustig.

Het is aan, potverdomme, en het is schitterend.

vrijdag 19 augustus 2011

Scriptie

Deze zomer schrijf ik twee scripties. Het komt dus weleens voor dat ik wakker word en "paragraaf 3.1" door mijn kop schiet. Dromen over mijn scripties doe ik gelukkig nog niet. Tot vannacht.

Ik droomde dat ik een eindgesprek had en mijn werk moest verdedigen. Naast mijn professor zat de tweede lezer van mijn scriptie, maar het was niet de docent waar ik mijn stapel papier aan had gegeven. Het was Ted van Leeuwen.

Van Leeuwen is technisch-directeur van Vitesse en altijd op zoek naar nieuw talent dat ergens op de wereld rondloopt ("Ik leef uit een koffer").

Bij mij zag hij in ieder geval weinig talent. "Waardeloos", zei hij, terwijl hij bladerde door mijn scriptie. Hij puntte zijn sik en begon aan een tirade. "Helemaal niks. Hier kan je niet op afstuderen. Dit is waanzin."

Ik schrok wakker en probeerde helder te krijgen wat ik zojuist allemaal had beleefd. Al snel kwam een fragment naar boven drijven. Van Leeuwen, toen nog journalist, die zélf een tirade kreeg, van Louis van Gaal: "Ben ik nou zo slim, of ben jij nou zo dom?" (zie fragment)

Deze woorden bleven mij bespaard. Ik was op tijd wakker geworden.

maandag 15 augustus 2011

Bosloop

Het seizoen komt langzaam op gang. De Eredivisie is weliswaar begonnen en onze trainingen lijken steeds wat serieuzer te worden (dat betekent: er komen meer dan drie jongens opdraven en we beginnen niet dírect met een partijtje, maar met een rondo'tje), maar zondagochtend vond ik mijzelf terug in een peloton van hardlopers. Tussen de bomen liep ik niet te voetballen, maar deed ik mee aan een bosloop.

We liepen langs een bordje waarop '1 km' stond - het duurde me eigenlijk wat lang voordat we dat bordje zagen. Op een bankje zat een oude man, achter hem lag zijn hond. Hij was zonder enige verwachting naar het park gekomen om zijn hond uit te laten. Hij wist dat hij nog een week moest wachten op een potje voetbal, waar hij dan even met zijn hond halt hield. Maar nu werd hij verrast: vanuit het niets een sliert aan hardlopers. Hij was er even goed voor gaan zitten.

De loop leidde ons langs het voetbalcomplex. Tussen de bomen zag ik dat er mensen verzamelden. Dat kun je zien: tassen op de grond, mannen in een rondje, handen in de zakken. Hier en daar een sigaret.

Huh?

Ik voelde me even verraden. Hoe konden zij nu al een voetbalwedstrijd hebben? Wat deed ik hier, tussen de hempjes, hartslagmeters en iPods?

Ik moest nog 8 kilometer.

Toen ik voor de tweede keer de voetbalvelden passeerde, zag ik niets meer. Misschien had ik het me allemaal verbeeld. Volgende week immers, dan zal het echt beginnen.

Een open doekje voor Daley

De zon schijnt in de Arena, en dat is lang geleden. De trainer is leuk, net als de meeste spelers, en er zijn nog een aantal goeie ook, er zijn veel doelpunten, begrijpelijke transfers, en over de bestuurskamer denken we maar niet te veel na. Er is weerzien met oude bekenden, blikken van verstandhouding met de heftruckchauffeurs van de rij achter ons, maar er zijn ook nieuwe buren, twee jonge jongens met t-shirts en shawls, en geconcentreerde blikken op de wedstrijd.

Die wedstrijd, die nemen we gulzig tot ons, het is immers lang geleden en het is goed te verteren. Als slechte fases ons doen schelden - supporters schelden nou eenmaal, ook bij Barca schelden ze op Iniesta en co., reken maar - zijn we daarna toch even beschaamd. Hoe erg is het niet al die jaren geweest, elke week weer een verschrikkelijke 1-0 tegen NEC, door een klutsbal in de 73e minuut, spuuglelijk voetbal met nietszeggende spelers en een serie flapdrollen op de bank. Na bijna tien jaar blind zijn is dit ene oog een godsgeschenk.

In zo'n atmosfeer is het fijn voetballen, lijkt me. De spelers hebben het leuk, het publiek klapt veel en graag, scandeert de namen van Alderweireld en Sulejmani, volgende keer zullen het misschien Boerrigter en Eriksen zijn, er zijn veel lievelingen momenteel. Over niemand wordt openlijk geklaagd. Als Daley Blind ergens een goede opening vindt, klinkt gul applaus. Maar toch, na de wedstrijd, zijn supporters in de trein hard als altijd: "Die Daley kan er geen klote van".

Misschien blijft de zon schijnen, maar als het straks betrekt heb ik wel een vermoeden wie het als eerste krijgt de horen.

Geniet nog maar even van het mooie weer, Daley.

zaterdag 6 augustus 2011

Doelman


Het is rustig voor zijn doel. Het spel speelt zich verder op het plein af. Maar hij is erbij, hij blijft betrokken, en blijft opletten. Hij zal zijn doel verdedigen.

Hoe groot dat doel ook is.

woensdag 3 augustus 2011

Moskou

De zomer is: je vermaken met geruchten. X gaat naar Y, Z weer naar X. Het transfernieuws is leuk voor in de kroeg. Het roept veel vage voorspellingen en opportunistisch enthousiasme op. Maar ik kan die transfers allemaal niet zo goed aan.

Neem Demy de Zeeuw die vertrok van Ajax naar Spartak Moskou. Dat vond ik niet alleen jammer, ik heb er dagenlang over lopen piekeren.

Niet zozeer omdat De Zeeuw een erg prettige speler is voor een supporter die even geen tijd heeft voor genuanceerde opinies, maar vanaf de bank in de woonkamer wat wil schreeuwen. Want: als het fout gaat is het Demy’s fout. Duidelijk. Maar als ‘ie een goede dag heeft, dan kan ‘ie ineens beslissend zijn.

Daar ging het me allemaal niet om. Het ging om Moskou.

Ik zag alleen maar dit: Demy, die kleine Demy, die in een appartement op 34 hoog de roodfluwelen gordijnen opzij schuift en naar buiten kijkt. Naar de grijze, ijle lucht. Ver beneden hem snellen Russen met mutsen over de straten. Het sneeuwt, het is koud. Op de bank zit zijn vriendin. “Wat zullen we vandaag eens doen?” Demy weet het niet.

Of neem doelman Piet. Piet Velthuizen vertrok vorig jaar van Vitesse naar het Spaanse Hercules Alicante. Mooie transfer, zou je zeggen. Al in de jeugd speelde Velthuizen in Arnhem. Een avontuur in Spanje kwam als geroepen. Maar ik zag Piet door zijn tuin lopen in Alicante. Hij was alleen. Zijn vriendin had hem verlaten en zat alweer snel in Nederland. Piet zelf werd al snel op de bank gezet. Geen vriendin, geen voetbal, en dan moest hij het ook nog eens doen met die leegte in de tuin. Piet miste zijn huisdieren: karpers.

Iedere keer bij het openen van de voetbalsites, hoopte ik niet te veel schokkends te moeten ontdekken. Ik had het al druk zat met Demy en met Piet.

Gelukkig zag ik op de Twitter van De Zeeuw vrolijke foto’s staan. Hij kreeg wat reistips van Victoria Koblenko over Moskou. En het was er lekker weer. Zijn vriendin vond vooral de metro heel mooi. En tot mijn plezier hoorde ik goed nieuws over Piet. Hij keert terug bij Vitesse, terug in Arnhem, dicht bij zijn koikarpers.

Ik weet wel dat die jongens zich allemaal redden. Groot genoeg zijn, genoeg verdienen. Maar nog een maand zal ik moeten leven met die transfers. Nog een maand lang zal ik denken: jongen, weet je het zeker? Ga je dat doen? Wordt dat wel écht leuk?