maandag 20 oktober 2008

De beul

De scheids was streng. Al lijkt deze eerste zin duidelijk, hij behoeft enige uitleg, uitweiding eigenlijk. De scheids was namelijk geen gewone scheids, meer een beul. En hij was niet zomaar streng, meer tiranniek.

Het ging zo.

Tijdens de warming-up zag ik hem naast het veld staan. Grote man, kaal hoofd en handen zoals die van mijn oom die dagelijks in rauw vlees hakt, een soort klomp aan het uiteinde van de arm. Nu was het de scheidsrechter en vragen om een wissel ‘omdat de scheids zo eng is’, was zelfs bij ons nog nooit voorgekomen, dus ik liep rustig door. Bovendien, de tegenstander zag er uiterst vriendelijk uit. Wat kon er fout gaan?

Bij de eerste overtreding die tegen ons werd gefloten, reageerde ik: ‘Ah dat is toch niks?’ Er werd gefloten en gebriest. Ik moest bij hem komen en dat ik mijn mond moest houden was duidelijk. Tien minuten later mocht na het fluiten voor een overtreding één van ons het veld verlaten. Niet omdat hij ‘tyfushond’ zei, of ‘kankerneger’, of – wat veiliger – ‘moraalridder’. Nee, hij zei ‘nee!’.

Gewoon, ‘nee’.

Het werd nog gekker. Ook een verdediger van de tegenstander moest 5 minuten van het veld af. Hij noemde de scheids een ‘zoeker’. Een redelijke analyse. Terwijl de man van het veld liep werd hij uitgescholden door zijn aanvoerder – dat mocht namelijk wel. ‘Je weet toch hoe hij is’, riep de aanvoerder.

Ook ik wist dat inmiddels.

Toch kon ik het niet laten. Ik wilde gewoon even discussiëren. Nadat wij terug werden gefloten voor buitenspel en ditmaal een ander van ons ‘nee’ zei, was de scheids coulant. Dat wil zeggen: een strenge blik en de vinger voor de mond. ‘Scheids, dat was gewoon een reactie van hem hè, het was niet tegen u’, probeerde ik. Wederom gebulder. Of ik er echt af wilde en of hij niet duidelijk was geweest?! ‘Sorry scheids.’

Na de gewonnen wedstrijd bedankte ik hem en schudde de hand. Inderdaad, klompen zoals mijn oom. Gelukkig had hij ze thuis gehouden.

Geen opmerkingen: