woensdag 16 september 2009

Hup Leo

Hij keek altijd zo angstig uit zijn ogen. Angstig en verbaasd, alsof hij zijn wenkbrauwen had afgeschoren en iets te hoog weer op zijn hoofd had getekend. Niet bepaald het zelfvertrouwen dat het Amsterdamse publiek zijn spelers graag ziet uitstralen. Toch mochten de meesten hem wel, maar meer als een soort mascotte, een soort Wamberto. En eerlijk is eerlijk, toen hij vorig jaar scoorde tegen Fiorentina heb ik hem ook kortstondig de hemel in geprezen. Toch ben ik blij dat hij weg is, Leonardo. Hij was bij Ajax niet van zijn zijspoor afgeraakt, en NAC is een goede club voor voetballers die het in de echte top net niet redden. Ik hoop vooral dat hij nu wat minder bang is, en volgens mij hoopt iedereen dat. Het massale applaus dat hij zondag van het thuispubliek in de Arena kreeg, sprak boekdelen: komop jongen, je kunt het!

donderdag 10 september 2009

Multicultureel

Gesprekje in het veld:

Hij: Hou op met duwen man!

Ik: Niet zo zeuren joh.

Hij: Hou nou op met duwen!

Ik: Waar heb je het nou over?

Hij: Jongen luister, het is Ramadan, ik heb net genoeg energie om te voetballen, ik heb niet genoeg over om ook nog tegen jou aan te duwen.

Niks

‘Dan moet je echt niks te doen hebben’, zegt mijn vader door de telefoon als ik hem vertel waar ik sta. Het is donderdagochtend, september in Nederland met wind en regen. Ik sta op het plein voor het stadion van AZ. Het lijkt in niets op het plein dat vol stroomde toen de Alkmaarders het landkampioenschap behaalde.

‘Tsja. Laatste dag van de vakantie en we vonden het wel leuk een keer een training te zien’, verdedig ik mijn dagindeling aan mijn vader.

Maar de training valt wat tegen. Als Koeman en de overgebleven spelers – de internationals zijn druk met het interlandvoetbal – het veld opkomen begint het harder te regenen en harder te waaien. Het hek aan het veld laten we voor wat het is en we lopen naar boven. Naast het balkon waar Van Gaal vorig jaar verscheen met zijn spelers en de schaal, zit het Restaurant Alkmaarder Hout. Met een een goed uitzicht op het veld drinken we er koffie.

We zien hoe de spelers een paar rondjes lopen, een pass-en-trapoefening doen en wat op doel schieten. Zonder enige scherpte. Er wordt wat gedold. Na een klein uur houdt Koeman het voor gezien. Ook bij AZ is het gewoon donderdagochtend, pas over een week wacht weer een wedstrijd voor de nummer één. Ook bij AZ hebben ze weinig te doen.

dinsdag 8 september 2009

Vrouwen

De afgelopen weken doemde er een nieuwe hype op in ons land. Vrouwenvoetbal. De halve finale van het Nederlandse vrouwenelftal tegen de ervaren dames uit Engeland trok zo'n 1,6 miljoen kijkers. Voor mij is daarmee eens te meer bewezen dat wanneer je in Nederland een ezel in een oranje pak rondjes om de kerk laat lopen, er ook minstens een miljoen kijkers op af zullen komen.

Niet dat ik het Nederlands vrouwenelftal met ezels wil vergelijken, integendeel - Anouk Hoogendijk zou ik zelfs een knappe meid noemen. Het gaat hier natuurlijk om de figuurlijke vergelijking. Wat er sportief gezien op het veld plaatsvond had namelijk erg weinig met voetbal te maken. Daarmee wil ik zelfs de prestaties van Vera Pauw en haar speelsters niet bagatelliseren. Wat ik wel wil doen is een weerwoord geven aan de hosannastemming die ik de afgelopen weken op de televisie bemerkte. Manon Melis wiens techniek door Youri Mulder wordt vergeleken met die van Van Basten, Hugo Borst die als braafste jongetje van de klas de puurheid van het vrouwenvoetbal de hemel in prees en aangaf liever naar dit soort voetbal te kijken; ik kreeg er een beetje jeuk van en kreeg het idee dat de hele wereld gek was geworden.

Natuurlijk zag ik ook dat de vrouwen veel minder smerige overtredingen maakten, minder strafschoppen probeerden te versieren en minder zeurden tegen de scheidsrechter. Maar met die vergelijkingscriteria komt het voetbal uit de jaren '50 er ook heel goed op te staan. Het voetbal is sindsdien belangrijker, harder, maar vooral veel en veel beter geworden. Dat beaamt inmiddels zelfs vrijwel iedere topspeler uit die tijd. En in die constatering ligt natuurlijk ook de logische verklaring voor het erg matige voetbal onder de vrouwen: evolutie.

Het vrouwenvoetbal in Nederland is nog onderdeel van de amateurtak en staat in de kinderschoenen. Niet alleen is de vergelijking met mannenvoetbal van een hoog niveau oneerlijk, de vergelijking met vrijwel ieder niveau mannenvoetbal is dat. Niet voor niets speelt de selectie van Pauw veel van haar oefenwedstrijden tegen B1-teams van amateurclubs en gaan ook die wedstrijden regelmatig verloren.

Er is nog heel veel werk aan de winkel en daar doet een incidentele halve finale plaats niets aan af. Zoveel is mij wel duidelijk geworden na een poging dit toernooi met een open blik te volgen. Vergeeft u het mij dus dat ik het pas weer probeer wanneer er een aantal decennia evolutie overheen is gegaan.

Ondertussen mag Hugo Borst genieten van het eerlijke spel, maar verklaar ik iedereen die met dat argument liever naar vrouwenvoetbal kijkt dan naar echt voetbal voor gek.

De Scout

Quote van de week

"Trainer, er is iets dat we u moeten vertellen. Ik spreek in naam van de ploeg. We raken verveeld tijdens je trainingen. In twaalf jaar bij het Franse team heb ik deze situatie nog nooit meegemaakt. We weten niet hoe we moeten spelen, waar we op het veld moeten lopen en hoe ons te organiseren. We weten gewoon niet wat we moeten doen. Een speelstijl ontbreekt, dit werkt niet."

Thierry Henry over zijn bondscoach, Raymond Domenech

zondag 6 september 2009

Doelstelling

- Geen laatste worden
- Linkerrijtje
- Eerste vijf
- Eerste drie
- Kampioen

Dat zijn zo'n beetje de mogelijkheden. De doelstelling, hoeksteen van de verwachting, is in onze klasse van het voetbal een vrij nutteloos gegeven. Als de doelstelling gehaald wordt kunnen we onszelf weliswaar belonen met bier en tevredenheid, maar als er collectief of individueel wordt gefaald zijn er geen consequenties. Voor volgend jaar zal dezelfde selectie grofweg dezelfde doelstelling nastreven.

Toch voelt het dit jaar allemaal net even anders. Vorig jaar was de hoop hooggespannen, na een sterke laatste seizoenshelft het jaar daarvoor. Er waren erbij die hardop het K-woord in de mond durfden te nemen. en de titel van herbstmeister leek in eerste instantie hun gelijk te bewijzen. Om een lang verhaal kort te maken, we werden uiteindelijk vijfde.

Daarom lijkt dit jaar voorzichtigheid geboden. We weten dat we met de besten kunnen meekomen, maar dat de meeste ploegen zeker ook met ons mee kunnen komen. Om kampioen te worden zullen een hoop dubbeltjes een hoop goede kanten op moeten vallen. Ook dit jaar zullen slechte scheidsrechters, snoeiharde tegenstanders en brakke ochtenden ons in de weg staan. De beste doelstelling blijft waarschijnlijk toch wat een teamgenoot ons in het eerste seizoen steevast toeriep, als we weer eens op een 7-0 achterstand waren gezet: 'gewoon lekker blijven voetballen jongens.'

maandag 31 augustus 2009

Snorretje

In de trein ligt de Metro.

Een artikel waarin de nieuwe coach van de landskampioen en de drie nieuwe coaches van de “top-3” geportretteerd worden. Gewoon om even te laten zien wat we dit jaar kunnen verwachten.

Vier foto’tjes. Rutte (PSV) en Been (Feyenoord) lachen. Zelfs Koeman (AZ) is gekiekt met een glimlach op zijn gezicht. Zo niet de coach van Ajax. Jol staat er met samengeknepen ogen op, meedogenloos.

Zijn typering: “Discipline en duidelijkheid staan voorop. De kantjes eraf lopen is er bij Jol niet bij. Streng maar rechtvaardig. Zo valt de harde hand van Jol het best te beschrijven.”

Mijn medereiziger wil mijn aandacht (voelt niets voor voetbal) en tekent stiekem een snorretje onder Jols neus. Ik hoop niet dat een van de jonkies van Ajax dit grapje uithaalt tijdens de lunch in een rondslingerende krant of tijdschrift. Vrees dat de typering van Metro dan tot vervelende situaties gaat leiden.

Quote van de week

“Het is overal in Nederland hetzelfde aan het einde van mijn lange carrière. Als ik het veld op kom, krijg ik applaus. Dat is niet alleen bij Feyenoord zo, maar ook bij ADO Den Haag en FC Twente. Dan kan ik wel met mijn hoofd naar beneden lopen en niks doen, maar zo ben ik niet. Ik zwaai dan even om de mensen goedendag te zeggen. Ik vind het heel flauw van McClaren om daar iets achter te zoeken en aan mijn eerlijkheid te twijfelen."

Scheidsrechter Roelof Luinge reageert op kritiek van Steve McClaren, coach van FC Twente.

donderdag 13 augustus 2009

Tour

In de zomer, als het voetbal écht stil ligt, is het tijd voor het wielrennen. Niets beter dan dagen achter de buis hangen en te kijken naar de Tour de France. In drie weken word je duidelijk wat het voetbal soms mist.

Natuurlijk, de strijd. Joris Mathijsen nog nooit uitgeput met open mond en kwijl aan zijn kin van het veld zien komen, of Rafael van de Vaart zijn boord van zijn shirt zien openscheuren, om wat meer lucht te krijgen. Nee, sommige van onze voetballers stappen het veld op alsof het een catwalk is.

Maar wat ik echt mis bij het voetbal is het gelul van commentatoren. Tuurlijk, Ten Apel kan voor veel plezier zorgen. Maar het is niets vergeleken met een dagje Herbert Dijkstra en Maarten Ducrot, de commentatoren van de NOS tijdens de grote wielerwedstrijd.

Naast het verslag van de wedstrijd word je namelijk aan de hand genomen en ben je een dagje op stap met de twee. Dijkstra vertelt wat over de omgeving (tot ongenoegen van Ducrot: "Kan je even je kop houden, we zitten hier naar een fantastische sport te kijken en jij leutert wat over een mooi klooster.") en je krijgt de gezelligheid mee vanuit Frankrijk: "Zit je nu mijn koffie op te drinken, lummel?"

De negentig minuten van een voetbalwedstrijd zijn eigenlijk veel te kort.

maandag 10 augustus 2009

Quote van de week

"Die wijsneuzen op de televisie raken er ook niet over uitgepraat. Dan hoor ik weer dat je Makaay moet laten staan, omdat hij altijd wel een stuk of twintig treffers maakt per seizoen. Als hij dat doet, dan draag ik hem persoonlijk naar de bus. Maar als hij niet scoort, zoals vorige week tegen NEC en vandaag tegen Vitesse, heb ik het recht hem te wisselen."

Mario Been, trainer van Feyenoord, over de wissel van aanvoerder Roy Makaay.

vrijdag 7 augustus 2009

Laatste beelden

Xabi Alonso rent rustig naar de groep toe. Van de week is hij voor veel geld gekocht door Real Madrid, net als al die andere sterren die hem staan op te wachten. De spelersgroep staat bij elkaar op het trainingsveld en klapt voor Alonso. Hij gaat de hele groep langs. Iedereen krijgt een hand. Hij ondergaat de felicitaties.

Terwijl Alonso de rij af gaat, buigen spelers zich naar hem toe. Het is meer een vriendelijk welkom dan dat ze zich echt voorstellen - in het topvoetbal kent iedereen elkaar.

Dan komt Alonso aan bij een groepje van vier. De eerste drie gaat hij af, maar de vierde man doet dromerig wat stappen naar achter en kijkt half om. Afwezig. Hij frummelt wat met zijn handen, als een kind dat bij een verjaardag verlegen een volle woonkamer binnenstapt.

Alonso moet de man een tikje op de schouder geven om zijn aandacht te krijgen.

‘O, sorry. Hi. Welcome.’ En Alonso loopt weer verder.

Het zijn de laatste beelden van Klaas Jan Huntelaar bij Real Madrid. Een jongen uit Voor-Drempt, Gelderland, past niet tussen al die miljoenen.

donderdag 6 augustus 2009

Conditie

Doordat ik last van mijn rug had, besloot ik de zomerstop te gebruiken voor mijn debuut in de sportschool. Ik schreef mij in voor een individueel trainingstraject. Tijdens het intakegesprek vertel ik mijn begeleider dat ik voetbal. Na het aanhoren van mijn klachten en wat testjes benadrukt hij dat ik mijn spieren moet versterken.

Een paar dagen later begin ik. Mijn coach presenteert mijn schema vol met oefeningen die ik moet doen. Op een matje en in de apparaten.

‘Ja, ik heb maar geen cardio in je programma gezet, want ja, je voetbalt, dus je hebt toch al een hele goede conditie. Toch?’

‘Ja, nee, tuurlijk, 8e klasse F hè, dat is aanpoten.’

maandag 3 augustus 2009

E-mail

De mailgroup van ons voetbalteam is uitgegroeid tot een groot voetbalforum. Waar we de group in het begin alleen gebruikten om onze aan- of afwezigheid bij een training of wedstrijd te melden, worden nu werkelijk alle registers wagenwijd open gegooid. Dit is pas goed merkbaar wanneer je door vakantie je mail twee weken niet hebt bekeken: meningen, ideeën, voorspellingen, analyses, vragen, antwoorden en tips. Je kunt er een dag mee vullen.

Veel zijn reeds weggewerkt, maar één reeks van e-mailtjes heb ik nog niet durven openen. Onder het onderwerp “MSI, Traffic, Lemic, Abramovich, Bertolucci, Zahavi en het moderne voetbal” staan 35 e-mails. De titel verklapt een interessante discussie. Als ik erop klik komen lappen tekst te voorschijn met allerlei links naar literatuur over financiële stromen in het voetbal:

“De globalisering van de voetbalmarkt heeft nieuwe speelvelden gecreëerd voor mondiaal denkende onderwereldfiguren. Dat blijkt uit de volgende drie bijdragen over de witwaspraktijken van bekende Russische miljardairs en maffiose goksyndicaten die vanuit China opereren.”

Twee weken vakantie is ook veel te lang. Aan de slag.

Quote van de week

"Het voetbalpubliek is meedogenloos dom."

Jan Mulder in NOS-Studio Voetbal

vrijdag 31 juli 2009

Voorbereiding

Vandaag begint de eredivisie. Ik weet niet of ik daar klaar voor ben. Zoals spelers nog niet fit zijn, zo weet ik niet of ik al ben opgeladen voor weer een heel seizoen elke week voetbal. Dit heeft niets met het voetbal kijken zelf te maken. Ik heb nu al zin om naar het stadion te gaan, in de samenvattingen en het eindeloze geouwehoer. Wat ik me afvraag is of ik alweer teleurstellingen aankan. Eerlijk gezegd hebben de afgelopen vijf seizoenen met hun ongekende hoeveelheid dieptepunten mijn inherente optimisme tot de grond toe afgebroken. Ik durf geen voorspellingen meer te doen, geen doelstellingen te geven, zelfs bijna geen Feyenoorder meer te provoceren.

Ik heb het gevoel dat de voorbereiding voor mijn club nog maanden langer moet duren. Moeten we niet nog zes nieuwe topspelers aantrekken? Is iedereen wel fit? Is dit allemaal wel verantwoord? Het enige wat me gerust zou stellen is een met 5-0 gewonnen oefenwedstrijd tegen, pakweg, Manchester United.

2 augustus, Groningen-uit, ik ben er allesbehalve gerust op.

---

Van mij mag het seizoen morgen beginnen, we zijn uitstekend voorbereid. Wij hebben al een paar keer in de zon met minstens het halve team een partijtje gespeeld en zelfs een heuse vergadering gehouden. Het systeem en de selectie zijn nagenoeg gelijk aan vorig seizoen, en toen ging het ook prima. Op de desastreuze tweede seizoenshelft na dan, maar wie heeft het daar nog over? Nee, dit kan niet misgaan.

16 augustus, Leidse Boys-thuis, appeltje eitje.

dinsdag 26 mei 2009

Einde

Het seizoen ligt stil. De Eredivisie is beëindigd, de bekers verdeeld, en ook de grote Europese competities zijn afgelopen. Net als onze competitie - groot in zijn beleving – is het voetbal nu helemaal op.

Hoewel, woensdag nog. De finale tussen de kampioenen van Europa die dit jaar ook eindelijk een finale tussen kampioenen is, en ook nog eens tussen de twee beste kampioenen: Barcelona en Manchester United. En dan is het echt het einde.

Voor de rest hebben we enkel nog geruchten, roddels en nieuwtjes waar we van moeten leven. Wie wordt de nieuwe coach van Ajax? Welke spelers moeten Feyenoord redden? Wat gebeurt er met de Nederlanders in Madrid? En dan ga je al weer naar het nieuwe seizoen.

Zo ook Voetwerk.

Na een jaar lang stukjes – meer dan 100 – is het tijd te stoppen. Voor even dan. Een ieder die ons bezocht, las en voor ons schreef: hartelijk dank. We hopen u terug te zien, over een week of zes. Wanneer de eerste rondes in Europa al weer worden gespeeld, de sterspelers en coaches weer verdeeld zijn, en wij zelf weer op een nieuw ingezaaide grasmat mogen gaan trainen. Dan zal ook Voetwerk het normale leven weer oppakken. Met nieuwe plannen en in een nieuw jasje.

Tot dan.

Sjaak & Vincent

vrijdag 22 mei 2009

Vertrek II

Onze scout heeft nog eens goed gekeken in de laatste weken van het Eredivisie voetbal, en stelt dat ook deze jongens deze zomer kunnen verkassen: binnen Nederland of naar de Europese top. Mee eens?

Gibril Sankoh: in mijn ogen al jaren een onderschatte verdediger. Heeft zo nu en dan een moment van waanzin en is niet bepaald een ster in de samenvatting, maar zolang hij niet met teveel ruimte in z'n rug moet spelen staat hij verdedigend zeer sterk. Het is geen grootse voetballer, maar z'n lange bal is wel een wapen. Zou voor 5-6 miljoen een goede aankoop zijn voor bijvoorbeeld een Duitse subtopper.

Ricky van Wolfswinkel: jonge aanvaller die in trek zal zijn gevallen bij iedere Nederlandse club. Oogt erg iel en moet dan ook nog een stuk sterker worden in de lopende duels, maar is voor een jongen met zijn postuur bijzonder balvast. Ik zag hem een paar weken geleden met Nederland B spelen tegen Jong Italië en in die wedstrijd viel me op hoe weinig balverlies hij leed. Moet nog een stuk dreigender worden naar de goal, maar 8 doelpunten is voor het eerste seizoen van een 18/19-jarige niet slecht.

Thomas Vermaelen: speelde als een van de weinige Ajacieden een stabiel seizoen en ligt al langer goed in de Spaanse markt. Nu hij ook Aston Villa-manager Martin O'Neill is opgevallen zou het me niet verbazen wanneer Ajax bereid is deze stabiele, maar niet bijzondere verdediger te verkopen. Vermaelen is niet echt snel, is matig in het uitstappen naar de zijkant en komt wendbaarheid tekort.

Eljero Elia: de hype van het seizoen. Is zeker een jongen met potentie en in tegenstelling tot een vergelijkbare speler als Ryan Babel heb ik Elia wel met het seizoen beter zien worden, maar z'n trap en daardoor z'n rendement laten hem in de steek. Weet al een tijd dat hij niet naar een andere club in Nederland wil en zal dus wel hopen op clubs uit de categorie HSV, Tottenham, etc.

Demy de Zeeuw: heeft niet de intentie om te verlengen en wordt gezien z'n 2-jarig contract een interessante speler om nu te verkopen. Is bij AZ vooral belangrijk vanwege z'n dynamiek en is ontzettend vervelend voor z'n tegenstander, maar is zeker niet onvervangbaar.

Mounir El Hamdaoui: de topscoorder van de Eredivisie en dus een speler die de aandacht op zich heeft gevestigd. Van Gaal gaf ooit aan dat AZ Suarez niet nodig had omdat men meer op zoek was naar een teamspeler, maar El Hamdaoui is dat evenmin. Bovendien wordt Suarez nog een stuk beter ook. Er zal wel aan El Hamdaoui getrokken worden, maar de echte top is heus niet overtuigd.

Marko Arnautovic: ik ben van begin af aan van het Arnautovic-kamp in plaats van het Elia-kamp geweest. Arnautovic is weliswaar minder gedisciplineerd, maar wel een stuk veelzijdiger en een echte rasvoetballer. Heeft de uitstraling en helaas ook de arrogantie van Ibrahimovic. Is naast en op het veld niet altijd even gedisciplineerd en nu het zo hard gaat dat de top serieuze interesse toont kan dat nog wel wat problemen opleveren in een concurrentiestrijd met Ibrahimovic, Balotelli en Milito. Mij lijkt het beste om eerst een jaar op huurbasis elders te spelen, maar een kans om bij Internazionale te spelen laat deze jongen zeker niet schieten.

Ibrahim Afellay: is eindelijk een dragende speler bij PSV geworden. Scoort en assisteert zoveel als een speler in de Sneijder-rol zou moeten en loopt minder met de bal met als resultaat minder schoppen en minder blessures. Is bij PSV uitgeleerd en schijnt een clausule in z'n contract te hebben. Daarnaast kan PSV wel wat geld gebruiken om in een nieuwe keeper, een nieuwe rechtsback, een nieuwe linkshalf en een nieuwe rechtsbuiten te investeren.

Sergio Romero: met afstand de meest talentvolle keeper van de Eredivisie en ondanks z'n jeugdige leeftijd ook nu al de best presterende. AZ pikte deze jongen voor een spotprijs op toen hij nog op de bank zat bij Racing Club in Argentinië en inmiddels geldt hij als een van de grootste keeperstalenten van Europa. Het zou me niets verbazen als Van Gaal een poging waagt hem mee te krijgen naar München, aangezien Bayern een keepersprobleem heeft.

Moussa Dembélé: een van de sterkste en meest balvaste spitsen van Europa. Moet z'n trap blijven ontwikkelen en toch zeker 15 goals per seizoen gaan maken, maar het zegt genoeg dat een club als Sevilla ondanks z'n lage productie al in februari voor hem op de tribune zat. Deze jongen maakt al een paar jaar naam voor zichzelf en een subtopper in Spanje of Italië moet zeker haalbaar zijn.

Luis Suarez: de meest besproken en meest gehekelde speler van Nederland, maar er zijn weinig mensen die deze jongen niet in hun team zouden willen hebben. Heeft zich bij Ajax goed ontwikkeld tot een ijzersterke, onorthodoxe rechtsbuiten. Is nog niet koelbloedig genoeg voor de goal en laat door gebrek aan discipline nog wel eens wat steekjes vallen, maar was afgelopen seizoen de enige speler die vanuit het niets een wedstrijd kon beslissen. Ajax zal absoluut de hoofdprijs voor hem willen vangen, maar je kan je afvragen of er een topclub is die dat deze zomer al kan/wil betalen.

Stijn Schaars: de absolute leider van AZ en het gezicht van de wederopstanding na het dramatische seizoen 2007/2008. Ik vergelijk hem al een tijdje met Cocu (maar dan zonder de geweldige diepgang van laatstgenoemde in z'n spel) en zie in hem ook een toekomstige basisspeler van het Nederlands elftal. Als die twee jaar blessureleed geen roet in het eten hadden gegooid dan had hij inmiddels al een jaartje in het buitenland gespeeld, maar nu kiest hij er wellicht zelfs voor om z'n in 2010 aflopende contract te verlengen. Wanneer hij dit niet doet dan zie ik een absolute topclub zich wel melden, maar als dank voor het feit dat hij in Alkmaar twee jaar heeft mogen revalideren stelt hij z'n vertrek wellicht nog wel een jaartje uit. Dat is voor AZ zeker te hopen, want van alle genoemde spelers is Schaars wellicht het moeilijkst te vervangen.

De scout

dinsdag 19 mei 2009

Quote van de week

Manchester United won zaterdag de Engelse titel. De ploeg van Alex Ferguson evenaart met zijn achttiende kampioenschap het aantal titels van Liverpool. De coach van The Reds, Rafael Benítez, weigerde echter voor de camera's zijn collega te feliciteren.

'Ik kies ervoor om tegen de club te zeggen: well done, een grote club', aldus Benítez. 'Normaal gesproken hoor je beleefd te zijn en de andere manager te respecteren, maar gedurende het seizoen hebben we een boel dingen gezien die me niet aanstaan. Dus ik zeg alleen gefeliciteerd United omdat ze de titel hebben gewonnen. En dat is alles.'

Vriend

Zeven minuut zeventien, de persconferentie van Louis van Gaal. Voorzitter Dirk Scheringa zet zijn leesbril op, stottert, kijkt weer op zijn blaadje, en vertelt dat Van Gaal de club gaat verlaten.
Louis zit er naast. Kijkt de zaal in, als een heerser, een winnaar, al zou hij zo ook kijken als hij de grote verliezer zou zijn.

Louis noemt het ‘ongelofelijk geweldig’ dat AZ er na vier jaar alles aan doet hem te behouden, en net zo geweldig dat ze in München er alles aan doen hem binnen te halen.

Hij is een ‘ambivalent mens’. Louis en Dirk waren vrienden geworden, net als Boukje en Truus, de vrouwen achter het succesvolle bestaan van voorzitter en trainer. Vrienden. Dat zal allemaal wel meevallen, toch?

Maar dan zie ik een foto op AZ.nl. Dirk in zijn belachelijke bontkraag-jas, daaronder de AZ-das, en Louis, in een omhelsing en een blik die de vreemde daad van AZ, een topcoach voor niets naar Duitsland laten gaan, helemaal verklaart.

zaterdag 16 mei 2009

Vertrek I

Welke speler uit de Eredivisie is rijp voor een transfer? Wie vertrekt deze zomer naar een grote club in het buitenland, of gaat zijn geluk zoeken elders in eigen land? Onze scout zette de namen op een rijtje, mét argumenten. Niet mee eens? Laat het weten.

Douglas Franco Teixeira: een gewaagde voorspelling, aangezien ik zelf niet bepaald gecharmeerd ben van deze speler. Douglas is tactisch zeer matig en werd dit seizoen niet voor niets voorbij gestreefd door Slobodan Rajkovic. Desalniettemin zie ik Douglas nog wel wat aandacht trekken vanwege de mediahype en het feit dat de meeste clubs waarschijnlijk bot zullen vangen bij Chelsea met betrekking tot Rajkovic.

Kevin Strootman: opvallende deubtant bij Sparta. Is absoluut nog niet klaar voor het buitenland. Heeft nog moeite om z'n stempel te drukken op wedstrijden waarin het minder gaat en het komt nog wel eens voor dat alle ballen langs hem heen vliegen, maar deze speler heeft ontegenzeggelijk kwaliteiten en een beter draaiende ploeg in de Eredivisie zou een goede stap zijn in z'n ontwikkeling.

Cheik Tioté: blonk vorig jaar al uit bij Roda JC, iets dat Twente er toe deed besluiten wederom een atletische speler binnen te halen. Pendelt in Enschede om onbegrijpelijke redenen tussen bank en basis, maar ik zie deze jongen komende zomer wel de stap omhoog maken naar een grote club in Duitsland of Frankrijk.

Marcus Berg: de melkkoe van FC Groningen. Geen verkeerde spits, maar als in Nederland zelfs Ajax niet bereid is Sulejmani- of zelfs Suárez-achtige bedragen te betalen dan zal men het van de buitenlandse interesse moeten hebben. Sevilla zat een paar maanden geleden op de tribune, maar dat is te hoog gegrepen. Berg komt pure snelheid en handelingssnelheid tekort voor de top en loert soms teveel op dat ene goaltje. Als FC Groningen zich echter niet te star opstelt dan zie ik het nog wel tot een transfer komen. Berg zelf is er blijkbaar ook wel aan toe, getuige zijn switch van makelaar: hij zit sinds kort bij Essel Sports, het sportsmanagement bedrijf van Soren Lerby. Het heeft onder andere John Heitinga, Wesley Sneijder, Roque Santa Cruz, Daniel Pranjic en Dario Cvitanich onder contract.

Diego Biseswar: bij Feyenoord zal men de handjes hebben dichtgeknepen op het moment dat Biseswar besloot niet transfervrij de deur uit te lopen. Een beetje een one trick pony, maar wel een jongen met potentie en zeer goede fysieke eigenschappen. Nu hij bijgetekend heeft zie ik het echter nog wel gebeuren dat het noodlijdende Feyenoord op zoek gaat naar geïnteresseerde clubs met een dikke portemonnee.

Daniel Pranjic: is kijkend naar z'n spel dit seizoen overduidelijk uit op een transfer. Hij scoorde veel doelpunten, maar zijn teamspel bij balbezit en bij balbezit van de tegenstander leed er soms wel onder. Gaat naar verwachting die beoogde transfer ook wel maken, maar dat wordt niet naar een club van het niveau Liverpool. En zeker niet als linksback. In die rol heeft hij namelijk al eens een interland tegen Engeland gespeeld met als directe tegenstander Theo Walcott (1-4 voor Engeland, drie doelpunten Walcott). Verder is Pranjic een goede, volwassen voetballer, maar niets voor de absolute top.

Jonathan de Guzmán: een jaar te laat natuurlijk, zeker nu we terug kunnen kijken op een volkomen mislukt seizoen voor deze speler. Normaal gesproken zou een gezonde club een speler van dit niveau dan toch dat laatste jaar van z'n contract ook maar houden. Voor Feyenoord kan een relatief klein bedrag voor het 1-jarige contract van De Guzmán echter noodzaak zijn. Ik denk dat een aantal prima clubs hem nog wel in het vizier hebben.

Gregory van der Wiel: rechtsback met de stijl aan de bal en verdedigende kwetsbaarheid van Daniel Alves (Barcelona), maar dan zónder de extreme winnaarsmentaliteit van laatstgenoemde. Is het best op z'n plek op de backpositie en heeft met z'n spel bij Ajax en het Nederlands elftal indruk gemaakt. Lijkt niet de meest geduldige jongen, dus mocht die beruchte trein langskomen, dan verwacht ik dat Van der Wiel er in springt.

Kristian Bak Nielsen: één van de weinige Scandinavische spelers in de Eredivisie waar ik nog wel iets in zie. Heerenveen presteert stukken beter met hem dan zonder hem en gezien de schaarste aan pure verdedigers in Nederland is dit nog wel een jongen die opvalt. Is ook al op een leeftijd waarop een transfer perfect zou passen. Ik kan alleen moeilijk inschatten of z'n blessuregevoeligheid hem parten zal blijven spelen.

Danny Koevermans: zeer beperkte spits, maar wel een jongen die bij iedere middenmoter of subtopper in Nederland in de smaak zal vallen vanwege z'n doelpunten. Ik heb zelf het sterke gerucht meegekregen dat hij naar Feyenoord gaat, maar zou eerlijk gezegd niet weten waar men daar het geld vandaan zou moeten halen. Heerenveen en FC Utrecht schijnen ook interesse te hebben, dus de club waar Koevermans besluit niet heen te gaan, zal Ricky van Wolfswinkel dan wellicht wél heen gaan.

De scout

(volgende week deel II)

maandag 11 mei 2009

Over de heg

Ik voetbalde vroeger weleens op een veldje midden tussen de huizen. Dit hield vanzelfsprekend in dat de bal vaak bij mensen in de tuin belandde en je dan over de schutting moest klimmen of zelfs moest aanbellen om je bal weer terug te krijgen.

Nu, zondag, spelen we tegen ASC, de 'Ajax Sportman Combinatie', het oudste Ajax van Nederland. Deze club heeft slechts één veld, middenin een woonwijk. Ook hier belandt de bal zo af en toe in een tuin, en tijdens onze wedstrijd moet er zelfs een keer door een reserve van de thuisclub worden aangebeld om de bal terug te krijgen. De mensen van die tuin moeten een bijzonder bestaan hebben. Waar bij de huizen rond de trapveldjes af en toe een jochie aanbelt, krijgen zij de volledige diversiteit van voetballend Nederland aan de deur: verlegen f-jes, bezwete veteranen en zelfs af en toe een jongen van het eerste elftal. Met allemaal dezelfde vraag:

'Mevrouw, mag ik alstublieft mijn bal terug?

Man

Een-na-laatste wedstrijd van het seizoen. Conversatie met mijn tegenstander, net voor een corner genomen wordt.

Ik: "Waar is Michiel?"
Hij: "Michiel?"
Ik: "Ja, Michiel."
Hij: "Welke bedoel je, we hebben er nu één lopen."
Ik: "Nee, die bedoel ik niet, andere Michiel."
Hij: "Uuhm, heb je een achternaam voor me."
Ik: "Nee, weet alleen dat 'ie Michiel heet, vorige keer deed hij mee."
Hij: "Geen idee. We spelen dit seizoen voor het eerst met dit team."

Illusie

Ajax. Vroeger zei ik die naam nooit hardop, laat staan dat ik hem voluit zou schrijven. Ajax. Vier letters. Naam van een mythologische verkrachter die verdronk op zee en van een tweederangs merk allesreiniger. Bij ons aan de keukentafel spraken we van 020. Of je tekende met je vinger een grote neus in de lucht. Vriendjes die dat niet wisten gingen wel eens in de fout. Ajax. Niet zo vloeken! zei mijn vader dan.

In mijn dorp onder de rook van Rotterdam waren we voor Feyenoord. Mijn opa had Moulijn en Kreijermaat nog gekend en de boten naar Lissabon uitgezwaaid in 1963. Ook toen al was er maar één rivaal die er toe deed. Ajax. Ajax stond voor alles wat verkeerd was. Jongen, luister goed: het geld wordt in Rotterdam verdiend, in Den Haag verdeeld en in Amsterdam uitgegeven. De misplaatste arrogantie, de geldwolverij, de onterechte overwinningen op de valreep, de hulp van het scheidsrechterscorps, het ophemelen door zogenaamd objectieve journalisten. Dat waren de dingen die ik met Ajax leerde te associëren. En verliezen van ze. Heel erg verliezen van ze.

Verliezen van Ajax voelde als een groot onrecht, vergelijkbaar met Harry Potter die vermoord wordt door Voldemort (wiens naam trouwens ook nimmer wordt uitgesproken, behalve door held Harry zelf), of met Kleinduimpje die vertrapt wordt door de reus. Het goede dat het steeds weer aflegt tegen het kwade. Waarom toch? Ik geloofde níet in een God.

Mijn eerste voetbalherinneringen stammen uit de vroege jaren ’90. De titel van Feyenoord in 1993 staat me nog net vaag bij, maar ik herken vooral het gevoel van altijd maar minder zijn dan Ajax. Alles leken ze te winnen. ‘Godenzonen doen het weer!’ schreef de krant. ‘Ze hebben het geluk weer afgedwongen’. Voor ons begon Studio Sport om half acht, het eerste half uur was toch alleen maar 020. De samenvatting en dan die dikke nek van Van Gaal in beeld, of de broertjes De Boer die weer lekker hadden gefoebelt. Omkopers en mazzelaars. Een groot complot.

Het allerergste was, dat het Ajax-sfeertje zelfs in mijn directe omgeving wortel begon te schieten. Jongens die ik als vrienden zag balden plotseling hun vuist naar elkaar als Ajax weer een ronde verder was. Op school stond de tv aan voor de wedstrijd om de wereldbeker. Ik werd uit de klas gezet omdat ik 120 minuten lang Gremio aanmoedigde alsof ik er een seizoenskaart had. Dat Ajax won, hoorde ik op de grond in de gang aan het gejuich.

De tijd sleepte zich voort. Toen Feyenoord in 1999 eindelijk weer eens kampioen werd speculeerden de media over wat er toch mis was met Ajax. Verliezen van Feyenoord; hoe was het mogelijk. We zijn nu tien jaar verder. Er bleek heel wat mis met Ajax. Zoveel zelfs dat ze in die tijd maar twee keer kampioen zijn geworden. Twee keer maar! Europees was het ook nog eens kommer en kwel, waar Feyenoord tenminste nog de UEFA-cup van 2002 te vieren had. Eerlijk gezegd heb ik er tijden lang niets van begrepen. Telkens als ik vermoedde dat dat vermaledijde Ajax weer aan de absolute top kwam (en dat was vaak), donderden ze net zo hard weer naar beneden.

Het duurde lang voor ik me het realiseerde, maar dit seizoen is het besef er eindelijk. De zweem van onaantastbaarheid die altijd rond Ajax hing, lucky Ajax dat toch nog net de punten in de wacht sleepte, dat de scheids mee had en de media ook, dat het zich kon permitteren om hooghartig te zijn, het bestaat niet meer, het is een fase geweest, of een illusie. Het overheersende beeld van het Ajax van de laatste tien jaar is dat van een stelletje tobbers dat de druk niet aan kan en hun geld niet waard is. Precies iets wat ik ook over de Feyenoord-selectie zou kunnen zeggen. De arrogantie van het grote Ajax is geleidelijk aan weggesleten. Niemand bij Ajax zou het meer in zijn hoofd halen een 1 op de clubstropdas te zetten. De act “wij zijn de beste” is niet meer op te voeren zonder lachwekkend te zijn. Die kreet blijkt meer aan Louis van Gaal dan aan Ajax toe te behoren. AZ staat op het bordes met de schaal, Ajax werd dit seizoen gecoacht door een pannenkoek.

Ajax. Voluit schrijf ik de naam, met een hoofdletter nog wel. Het doet me niets. Er is geen bolwerk van het kwaad meer. In Amsterdam is er een groepje jongens in wit met rode shirts die er het beste van probeert te maken. De successen uit het verleden lijken de benen zwaar te maken en de fans ongelukkig. Ze worden karig beloond voor hun steun, heel karig. Ajax verliest in de laatste minuut van AC Milan. Ajax mist het kampioenschap op 1 doelpunt. Ajax speelt vier jaar op rij niet eens méé in de Champions League. De tv in de klas blijft gewoon uit staan. De betovering is uitgewerkt. De mouwen moeten opgestroopt en dan maar hopen op een incidenteel succes. Ajax is een beetje Feyenoord geworden.

Door Jochem

zondag 10 mei 2009

Quote van de week

"Zondag gaan wij het afmaken, al zal het nog moeilijk genoeg worden. Roda JC vecht voor de laatste kans, die moeten winnen. Bij winst van ons, degraderen ze. Jammer, maar in dit geval wil ik graag de beul van Roda zijn."

Leon Vlemmings, coach van Feyenoord

woensdag 6 mei 2009

Zondag

Er zit een hoop voetbal in de zondag, en we willen het allemaal hebben.

Altijd gaat de wekker om dezelfde tijd, namelijk twee uur voor de wedstrijd. Vanaf dan staat de dag in het teken van die wedstrijd. Het eerste van de twee uren is thuis: douche, ontbijt, spullen pakken. Het tweede is op de club: koffie, taktiek, omkleden. Daarna is de wedstrijd de wedstrijd.

Na de wedstrijd juichen of schelden in de kleedkamer, en dan de kantine, en broodjes bal en bier en de eredivisie op het grote scherm. En hop, naar iemand thuis, naar pizza's in de oven en de samenvattingen op TV. En nog wat over voetbal lullen.

De zondag eindigt altijd hetzelfde, met Jack en Hugo en Youri. Het is de perfecte afsluiting van de dag. Studio Voetbal gaat niet om de gasten, die praten meestal louter in clichés. Het gaat ook niet om de nieuwtjes, die hebben we op internet al gelezen. Het gaat al helemaal niet om de beelden, die hebben we al wel genoeg gezien. Het gaat erom ook het laatste restje voetbal uit de zondag te peuren. Na Studio Voetbal zit er dan ook weinig anders op dan naar bed te gaan; als het voetbal op is, is de dag ook op.

dinsdag 5 mei 2009

Tik

Als ik na een vloeiende één-twee door de verdediging heen snijd en voor de keeper sta, word ik teruggefloten. Buitenspel. Toch schiet ik, uit frustratie ofzo.

Heel rustig: “Hé, nummer 16. Niet meer doen, hè. Niet nodig,” zegt de keep.

Net alsof mijn vader in het doel van de tegenstander staat.

“Sorry, je hebt gelijk, maar die bal kwam zo lekker.”

De wedstrijd vordert. De keeper moet vier maal de bal uit het net vissen, zijn eigen aanvallers weten slechts één keer het doel te vinden. Na een diepe pass breek ik door. Ik zie waar de bal gaat stuiteren, en zie dat ik met een verdediger rennend naast mij - hij hijgt luid - het doel niet red. In een snelle beweging helpt God mij een handje: met mijn vuist geef ik de bal het tikje dat hij nodig heeft om goed voor mijn voeten te landen en te kunnen schieten. De verdediger ziet de begaande zonde. Een sliding wordt voorbereid, maar ik weet tijdig te springen.

Dan sta ik voor de keeper, uiteraard heeft hij mij ook gezien, een vader ontgaat immers niets. De fluit heeft al geklonken, maar de keeper moet iets rechtzetten.

Een harde trap. Een corrigerende tik.

Na de wedstrijd is vader weer bedaard. Ik krijg een hand en hij zegt – zeer volwassen – nog even sorry, voor die harde trap.

maandag 27 april 2009

Observaties van een gelegenheidssupporter

Zoek aansluiting bij de succesvollen, desnoods krampachtig. Het kampioenschap van de club in mijn eigenlijke thuisstad bood daarvoor een goede gelegenheid. Ik zette een kartonnen kampioensschaal op en was een dag lang bereid te doen alsof voetbal en blijdschap iets met elkaar te maken hebben. Enkele korte observaties.

We kijken eerst op groot scherm voetballen in het café waar we al jaren komen. Ik ben met twee vrienden. De één heeft al jaren een AZ-seizoenskaart en de ander had die ook jaren, tot dit seizoen, waar ik smakelijk om kan lachen. Maar hij is eigenlijk toch voor Ajax.

Het zit vol met volksbourgeoisie van het verlopen soort. Het is rood-wit tegen zwart. Zwart verliest bijna. Maar het maakt allemaal niet uit. Zwart, normaal rood, is al kampioen.

‘Retteketet,’ roepen de mensen in het café waar we al jaren komen als de wedstrijd is afgelopen. Het is tijd om hier weg te gaan.

Op straat horen we Bertje Doperwtje. Bertje Doperwtje is een Alkmaarse held. Ik zat bij zijn dochter in de klas. Ik vind het belangrijk in dit stukje mijn binding met de regio te benadrukken. Bertje heeft voor de gelegenheid ‘AZ kampioen, daar is niets meer aan te doen’ (luister hier) geschreven. Hier roepen de mensen weer ‘retteketet’. Dat moet van Bertje. Het liefst met lange uithalen en heel hard.

Op zich willen mijn vrienden wel retteketet roepen, maar besmuikt, en als ze dat gedaan hebben, kijken ze om zich heen of niemand het heeft gezien. Mijn vrienden zijn beschaafde mensen. We beklimmen een parkeergarage. Deze poging het ‘geretteketet’ te ontstijgen heb ik achteraf zeer gewaardeerd.

Naast me wil een man van een jaar of vijfenzestig een foto maken van de boot, die voorbij vaart. Een vader van een jaar of vijfenveertig duwt hem, want de man van de foto dringt voor. ‘Doe rustig, pappa,’ zegt het kind van de vader van een jaar of vijfenveertig. Ze is een jaar of zes.

Mijn vrienden roepen ondertussen ‘kampioenen’ naar de boot, en zwaaien.

Trainer Louis propt een bitterbal in zijn mond.

Onder ons stort een bushokje in. Twee gewonden.

Door Deru

vrijdag 24 april 2009

I had a dream

Elf was ik, toen ik eindelijk mijn langgedroomde debuut als voetballer maakte. In de D7 van voetbalclub DWO uit Zoetermeer. Welk weer het was, wie er kwamen kijken en of ik zenuwachtig was weet ik allang niet meer. Maar ik weet nog wel dat ik als spits twee keer scoorde en dus geen onverdienstelijk debuut maakte. Al droeg het relatief weinig bij aan de 16-2 zege die we op Delfia boekten.

In de jaren voorafgaand aan die eerste officiële voetbalwedstrijd droomde ik, als ieder ander jongetje van die leeftijd, van een glansrijke voetbalcarrière. Op de veldjes in de buurt kwam ik aardig mee, en zolang ik nog jonger was dan de jongste profvoetballers bleef die droom in mijn beleving levensvatbaar.

Maar toen ik in de resterende twee wedstrijden na mijn debuut (17-0 tegen de meisjes van KMD en 15-0 in de kampioenswedstrijd tegen Vitesse Delft) niet meer scoorde, voorvoelde ik al dat het weleens lastig zou kunnen worden om mijn droom te vervullen.

Het volgende jaar, waarin ik was opgeschoven naar de D4, schonk mij echter nieuwe hoop. Ik bekleedde letterlijk elke positie in het team, werd uiteindelijk een betrouwbare laatste man en scoorde veelvuldig. Uit acties, penalty´s, en zelfs met een lob over de keeper van 25 meter afstand. Ondanks dit persoonlijk succesvolle seizoen besefte ik dat ik als 12-jarige middelmatige getalenteerde verdediger van een laag team in Zoetermeer een godswonder moest verrichten om in mijn fantasiewereld te belanden.

Dus koos ik aan het eind van het jaar voor tennis, om 10 jaar later tot de conclusie te komen dat ik ook in die sport het recreatieniveau nauwelijks was ontstegen. Tegenwoordig hockey en squash ik, met wisselend succes en vooral voor de lol. Ik breng het er redelijk vanaf, maar stiekem verlang ik nog regelmatig terug naar het voetbal, mijn eerste echte sportliefde.

Want wat zou er gebeurd zijn als ik gewoon was blijven voetballen, keihard had getraind en gewerkt, nooit aan een universitaire studie was begonnen en mijn oerdroom was gaan najagen? Die vraag schiet regelmatig door mijn hoofd.

En dan vooral als ik Dirkie Kuijt uit Katwijk op tv in actie zie tegen voetbalgrootmachten uit de hele wereld. Als ik de noeste werker in de Champions League zie uitblinken, dan knaagt diep van binnen een schuldgevoel. Want ondanks dat ik erg gelukkig ben met alles dat ik heb, ben ik ook al 25 en heb ik de droom van een 11-jarig jongetje héél misschien ten onrechte niet uit laten komen.

Door Jamie

donderdag 23 april 2009

Verrassing

Ik schakel in, even kijken of Volendam voor een stuntje heeft kunnen zorgen in het bekertoernooi door van Heerenveen te winnen. Zou een aangename verrassing zijn. Volendam is, om met Johan Derksen te spreken, de troetelbeer van de Eredivisie geworden.

‘Dat is erg jammer’, hoor ik Dominique van Dijk zeggen als de tv aanflitst.

Over en uit dus voor Volendam. Even kijken hoe of wat: Teletekst. Maar daar lees ik dat Martin Bril op 49-jarige leeftijd is overleden, schrijver en columnist, een voorbeeld voor Voetwerk. Snel naar de juiste pagina, dan naar internet en weer terug naar de tv, maar het is waar. Over en uit.

En erg jammer.

Van Volendam, Heerenveen of voetbal heb ik niets meer gehoord of gezien.

woensdag 22 april 2009

Quote van de week

"Ik volg de club al een tijd en ken de hoge eisen van Red Bull Salzburg. De voorwaarden in Salzburg, de ontwikkeling van de club en de ambitieuze doelstellingen: het was makkelijk voor mij om voor Red Bulls Salzburg te kiezen."

Huub Stevens is enthousiast over zijn nieuwe topclub in Oostenrijk.

dinsdag 21 april 2009

Helemaal niets

Zondag om 12.15 uur kijk ik die dag voor het eerst op mijn telefoon. '1 oproep gemist' staat er. Het is van onze aanvoerder. Het was waarschijnlijk beter geweest als ik op dat moment terug naar bed was gegaan. Toch maar gebeld: 'de wedstrijd is verplaatst naar 12 uur', zegt hij. Oké dan, op naar de club.

Daar aangekomen, om een lang verhaal kort te houden, staat de tegenstander alweer op het punt te vertrekken. Het is onze directe concurrent, die dit jaar maar één keer heeft verloren, van ons. De wedstrijd is verplaatst, van twee uur naar twaalf uur, maar onze eigen club heeft ons niets laten weten. De tegenstander blijkt niet te vermurwen om op een later tijdstip te spelen en een reglementaire 3-0 nederlaag is ons deel. De strijd om het kampioenschap kunnen we vergeten.

Dan de aandacht maar verleggen: de eredivisie. Een overwinning van Ajax op PSV zou de dag nog enigszins goed kunnen maken. Als na 40 minuten ook dat uitgesloten lijkt, verleg ik andermaal mijn aandacht: de Amstel Gold Race. Misschien kan wielrennen brengen wat voetbal vandaag zo hard verzuimt. Het ziet er goed uit: twee Nederlanders in een driemansfinale op de Cauberg, een uitstekende kans op het eerste Nederlandse klassiekersucces in jaren. De Rus Ivanov wint eenvoudig. Deze dag is wellicht niet meer te redden.

's Avonds toch maar wat naar de beelden van de AZ-huldiging gekeken. 'Helemaal niets in Amsterdam', zingt de AZ-selectie met hun supporters mee. En, het gaat niet van harte maar het is toch echt waar, Louis van Gaal zingt mee. Wát een rotdag.

donderdag 16 april 2009

Mysterie

Het is een hoogst merkwaardig sms-je, zeker voor een dinsdagochtend een jaar geleden.

-'Pahlplatz'

Het komt van een vriend die ik soms spreek maar niet vaak. Meestal gaat het over voetbal, maar ik kan me niet herinneren dat de oud-voetballer van Twente, PSV en Heerenveen ooit voorbij is gekomen. Ik stuur een bericht terug:

-'?'

De reactie laat niet lang op zich wachten.

-'Fräser Kiprich Musampa'

Dit wordt er niet veel duidelijker op. Waarom word ik bestookt met middelmatige voetballers uit de jaren '90? Ik besluit het duidelijker te vragen.

-'WAAROM DOE JE DIT?'

-'Omdat het kan, er staan allerlei toffe spelers in je T9' is het antwoord. T9 is het woordenboek van je mobiele telefoon.

Juist. Dit moet ik uitproberen. De proef gaat op de som met enkele Ajax-aanvallers.

'Overmars, Kluivert, Litmanen', check, check, check. Iets exotischer dan maar.

'Machlas, Arveladze' , check, check. Hmm.

'Babangida, Oliseh'. Wow.

Dit is ongelofelijk. Waarom is dit? Wie zit hier achter? Wie maakt überhaupt die woordenboeken? Dit komt duidelijk niet uit de Van Dale. Is dit een hobbyende medewerker van een telecombedrijf geweest? Heeft de spelersvakbond zich sterkgemaakt? Waarom zijn het alleen spelers uit de jaren '90? Ibrahimovic en Ronaldinho zijn nergens te bekennen, Sjaak Swart en Coen Moulijn ook niet. Waarom staat Petrovic er wel in, maar Popescu niet? Vragen die een antwoord verdienen. Wie het weet mag het zeggen, maar dit is het mooiste mysterie van Nederland.

woensdag 15 april 2009

Pasen

Vanuit de trein is de Tweede Paasdag prachtig. Honden huppelen langs benen van baasjes, kinderen proberen een vlieger de lucht in te laten, een renner heeft geen rede af te zien - de zon maakt alles goed.

Maar als de trein langs een voetbalveld sukkelt, is deze dag net als alle andere voetbaldagen. Het ene team rent vrolijk terug naar de eigen helft, de keeper van het andere team trapt teleurgesteld de bal naar de middenlijn. De bal die hij net uit het net heeft moeten vissen. De scheidsrechter wordt belaagd door de teamgenoten van de verslagen keeper.

Vanuit de trein ziet alles er vredig uit, maar het vloeken en tieren spreekt uit het plaatje. Een gewone voetbaldag.

dinsdag 14 april 2009

Kampioen

Vandaag de trainer op mijn schouders
sta ik hier op het bordes
mensen hangen aan mijn lichaam
de voorzitter omhelst een fles

we waren er zo vaak dichtbij
stonden we met lege handen
begonnen we gewoon opnieuw
om vervolgens weer te stranden

dromend dat we ’t zouden halen
achtervolgd door jaren pech
zien wij nu onszelf beloond
na een lange, lange weg

En middenin het feestgedruis
sta ik hier als kampioen
kan ik maar aan een ding denken:
wat ga ik in godsnaam morgen doen?

Door Jochem

vrijdag 10 april 2009

Manieren

Ik zit op een doordeweekse middag in de trein tussen Den Haag en Amsterdam en ben per toeval in de stiltecoupé beland. Enkele jongens zitten uitgebreid te praten, een ander praat mee via een telefoon die op de speakerfunctie staat. Terwijl ik zit te bedenken wat ik daarvan vind, loopt een vrouw naar de jongens toe en vraagt ze om stil te zijn. Dit mag niet baten. Als even later de conducteur langskomt vraagt ook hij de jongens om op te houden met praten of in een andere coupé te gaan zitten. Eén van de jongens vraagt: 'waarom?' De conducteur zegt: 'omdat dit een stiltecoupé is, en je hoort rekening te houden met andere mensen.'

Een paar weken eerder staat het 1-1 bij Ajax - Marseille. Bij deze stand is Ajax uitgeschakeld in de UEFA-cup. Het is dodelijk stil in mijn gelegenheidsvak 411, zoals helaas wel vaker in de Arena. Ik erger me aan het apathische publiek en besluit maar eens heel hard 'Ajax' te roepen. Een jongen uit de rij voor me kijkt om: welke malloot begint er nou plotseling te schreeuwen? Ik roep nog maar eens 'Ajax'. 'Zo, jij hebt de status van meest vocale supporter van het vak ook weer bereikt', zegt mijn vader, die naast me zit.

Dan, een kansrijke situatie voor het doel van Marseille. Onwillekeurig ga ik staan. Achter me zegt iemand 'zitten!' Als het moment voorbij is kijk ik om wie het is geweest. De man achter me zegt 'ja, er zitten hier ook andere mensen te kijken, daar kun je ook wel eens rekening mee houden.'

donderdag 9 april 2009

Voetbalgekte

Als ik de nieuwe cultheld van Volendam Melvin Platje zie, moet ik direct aan de Mancunian Wayne Rooney denken. En als ik aan Wayne Rooney denk, moet ik denken aan het WK van 2006. Ik begaf mij die zomer voor drie maanden in Engeland en merkte aldaar dat ik de 'voetbalgekte' die we tijdens grote toernooien meemaken in Nederland, nog nooit had meegemaakt. Engeland sloeg alles.

De eerste wedstrijd van het WK speelde Engeland tegen Paraguay. Al vroeg op de dag werd de pot op grote schermen uitgezonden in het park. Ik was pas net wakker, maar de stad rook al naar verschaald bier – men was vroeg begonnen.

Rooney kon helaas niet meespelen. In april van dat jaar had hij een blessure aan zijn voet opgelopen, een middenvoetsbeentje ofzo. Toch werd hij geselecteerd, in de hoop dat hij tijdig fit zou geraken. Dit is het onderwerp van een voorbeeld dat de gekte in Engeland illustreert.

De boulevardkrant Sun volgde het herstel van de spits nauwlettend. Iedere dag opende de krant met nieuws over de sterspeler van Engeland. Rooney zou snel weer spelen, getuige een foto van Rooney bij een auto met de volgende dikke letters als onderschrift:

WAYNE Rooney stands by a car yesterday without the protective boot on his broken right foot . The crocked star clearly puts all his weight on it as he lifts a dog into the car in Liverpool. Sun doc Carol Cooper says: “It’s a great sign.”

Dit was voetbalgekte.

Quote van de week

"Wij zijn gefocust op de wedstrijden. Niet op de feesten. Ik ben er het paasweekeinde niet eens, want ik ga in Friesland een mooi ritje maken met mijn vader."

Dirk Scheringa, voorzitter van AZ op de vraag of het draaiboek al klaar ligt voor een mogelijk kampioensfeest dit weekend.

dinsdag 7 april 2009

Tien minuten

Ik ging het toch maar proberen, zo’n doordeweekse wedstrijd van Nederland, niet om het affiche – Macedonië, het land van, ja van wat eigenlijk – maar omdat het er, ondanks al het negatieve gelul, zaterdag tegen de Schotten alleraardigst uitzag.

Maar bovenal natuurlijk omdat ik zaterdag, door de enthousiaste groep waar ik me in begaf, niets heb gehoord van de side-kick van de oersaaie Leo Oldenburger: Pierre van Hooijdonk.

Wat zal Pierre vertellen, de spits die als invaller redelijk wat succes had bij Oranje? Ik ging er eens rustig voor zitten en gaf hem tien minuten.

Bij de opening is het nog wat stil. Leo voert het woord. Tijdens het volkslied mis ik de altijd hard meezingende Edwin van der Sar, die vroeger samen met de gebroeders De Boer, harder zong dan alle elf van nu samen. Alleen Van Bommels lippen zie ik nu en dan van elkaar gaan. Gelukkig komt de bondscoach met zijn assistenten in beeld: Van Marwijk valt wat tegen, maar Frank de Boer zingt als vanouds.

Na een minuut stilte is het tijd voor de wedstrijd, is het tijd voor Pierre.

Al snel wordt er door Nederland een overtreding gemaakt, een flinke. Pierre is nog steeds stil, maar in een gezellig vraaggesprek betrekt Leo de voetbalkenner. Leo vraagt Pierre of dat kan zo vroeg in de wedstrijd.

‘Zolang de scheidsrechter je niet bestraft is het oké.’

Dankjewel Pierre.

Ik druk het geluid uit en loop naar mijn cd-speler.

vrijdag 3 april 2009

Van de scout: is het niveau van de Eredivisie nu echt zo laag?

Kijkend naar het gemiddelde niveau van de Eredivisie maak ik me inderdaad zorgen. We dalen steeds meer af naar het niveau van de Scandinavische competities. Veel strijd, beuken, rossen, lange halen naar voren, afvallende -en tweede ballen en maar weinig positiespel, techniek en tactisch vernuft. Dit is in mijn ogen ook af te zien aan het grote aantal Scandinaviërs dat zo meebalt in de Eredivisie en waar binnen no time ook een ontzettende hype over ontstaat. Ik kan mij de eerste reacties nog herinneren na het debuut van Andreas Granqvist bij FC Groningen. Een knappe goal, waarbij hij erg slecht werd verdedigd, en de hosannastemming was door geen enkele redelijkheid meer te remmen. FC Groningen had wederom een pareltje binnengehaald, zo was de algemene tendens.

Inmiddels is iedereen er volgens mij wel achter dat het hier gaat om een houten klaas en een zeer modale verdediger, maar zo gaat het dus heel vaak in Nederland. De technische jongens met veel talent zijn te frivool, te lastig, te onberekenbaar, te lui, etc, terwijl de noordelijke clubs in eerste instantie schijnbaar de ene geweldige beuker (met fris koppie, welteverstaan) na de andere contracteren. Ik doe daar niet aan mee en denk dat het dus allemaal wel meevalt met die geweldige scouting bij de Nederlandse B.V.O.'s. Bij Ajax worden de scouts genegeerd en is de boel onprofessioneel georganiseerd, bij Feyenoord is er geen geld, bij PSV teerde men hevig op een niet nader te noemen netwerk, bij Groningen is er in de afgelopen jaren nog geen enkele speler doorgestoten naar een absolute topclub en bij Heerenveen haalt men ieder jaar zo'n karrevracht spelers dat er wel iets goeds tussen móét zitten.

Toegegeven, het scoutingsbeleid heeft clubs als Groningen en met name Heerenveen financieel gezien geen windeieren gelegd, maar ik weet zeker dat er schande van gesproken zou worden als de scouting van Ajax of PSV aan was komen zetten met spelers als Stenman, Granqvist, Popov en Kopic. Bij Heerenveen zie ik vooral ontzettend veel miskopen (als ik u het lijstje aankopen van de afgelopen jaren laat zien zou u zich kapot schrikken), aardig wat spelers die voldoen en af en toe een voltreffer. Zo bijzonder is het dus allemaal niet, maar op de een of andere manier worden die frisse Scandinaviërs de norm en lijken de meeste Nederlandse ploegen zich daaraan aan te passen. Ik kijk met een schuin oog maar huiverend toe, terwijl ik in de Champions League vijfentwintig Zuid-Amerikanen en slechts twee Scandinaviërs aan de aftrap zie verschijnen. Doe mij maar de Argentijnse tango of de Braziliaanse samba.

De Scout

woensdag 1 april 2009

Quote van de week

“Laatst heb ik bij iemand ‘ik poep op Ajax’ op zijn billen gezet. Als AZ kampioen wordt, geef ik nog vijf gratis tattoo’s weg.”

De Alkmaarse tatoeerder Ron Wijks

dinsdag 31 maart 2009

Ignorance is bliss

De gevaren zijn legio en een ongeluk zit in een klein hoekje.

Emails.
Het internet.
Teletekst.
Telefoontjes.
Sms-jes.
Een opgevangen gesprek in de kantine of de supermarkt.

Sommigen geven het snel op of zijn te nieuwsgierig. Zij laten zich gedurende de dag op de hoogte houden van het laatste nieuws. Aan de andere kant staan de 7-uur-fundamentalisten, die hun telefoon 's zondags na half drie standaard opnemen met 'nietzeggennietzeggennietzeggen'. Het wordt helemaal gevaarlijk tijdens de topwedstrijden, wanneer alleen de nummerherkenning van je telefoon je al de das om kan doen. Belt een medestander dan gaat het de goede kant op. Een sms-je van een vriend die supporter is van de tegenpartij hoef je niet eens te openen: slecht nieuws en leedvermaak. En toch, als alle klippen zijn omzeild en de tune van Studio Sport aangeeft dat je het gehaald hebt is het toch het mooiste wat er is: met het bord op schoot de samenvattingen kijken, zonder de uitslagen de weten.

donderdag 26 maart 2009

Onderzoek naar de verlenging

Achteloos wandelt hij om de verdediging heen om de bal het doel van Kenneth Vermeer in te koppen. Iedereen in de kamer weet het. Dit seizoen wordt er geen Europees voetbal meer gespeeld door Ajax, Nederlands laatste hoop in bange dagen. Direct voel ik dat mij onrecht wordt aangedaan!

Er was een verlenging nodig in dit duel, omdat de wedstrijd na 180 minuten spelen even veel uitdoelpunten voor Ajax als voor Olympique Marseille bevatte. Maar mijn 'gut feeling' vertelt me dat mijn ploeg tijdens de verlenging in het nadeel werd gesteld, daar de 'uitdoelpunten-regel' ook in de verlenging geldt. Mijn Ajax moest een half uur op zijn tenen lopen, omdat één doelpunt voor Marseille er met twee van de Amsterdammers moest worden gecompenseerd. Uiteraard had Ajax het thuisvoordeel in een kolkende Arena, maar mijn intuïtie vertelt me dat de steun van de achterban niet compenseert voor de 'uitdoelpunten-regel'. De lullige en fatale kopbal van Mears bevestigt slechts mijn gelijk en, hoogstwaarschijnlijk, dat van vele mede-Ajacieden.

Gelukkig krijg ik een paar minuten nadat de scheidsrechter het doek laat vallen voor Ajax mijn verstand terug. Als aspirant psychologisch wetenschapper laat ik mijn licht nog eens over het probleem vallen. Les één: mensen zijn slecht in het beoordelen van hun omgeving en het inschatten van kansen. Les twee: met behulp van de gegevens die de wereld ons toereikt en de statistiek kunnen we hem beter begrijpen. Hoewel het eindeloos discussiëren over uitdoelpunten waarschijnlijk een onuitputtelijke bron van vermaak is, inspireren deze twee lessen mij om tot een gegrond empirisch antwoord op de vraag te komen.

We willen dus de volgende stelling toetsen: 'de uitdoelpunten regel in de verlenging compenseert voor het thuisvoordeel'. Onderwerp van inspectie zijn de 213 verlengingen die er in de UEFA Cup tot nu toe (vanaf seizoen 1971-1972) werden gespeeld in kwalificatie rondes of finales. Daarin gold altijd de uitdoelpunten-regel. Er werd in deze wedstrijden 122 maal in de verlenging gescoord (57%), wat een strafschoppenserie onmogelijk maakt (deze werden 91 keer gespeeld, 43%). Omdat een loting de volgorde van de twee wedstrijden in deze rondes beslist, mogen we aannemen dat de gemiddelde kwaliteit van de thuisspelende en uitspelende elftallen in de verlenging gelijk is. Als de uitdoelpunten-regel compenseert voor het thuisvoordeel, mogen we dus verwachten dat er in de verlenging ongeveer even vaak werd gewonnen door de bezoekers als door de gasten.

Nu is het de beurt aan de statistiek om deze aanname te toetsen, maar om dit voetbalblog de wiskunde te besparen zal ik hier slechts in woorden de resultaten rapporteren. Liefhebbers van 'sign tests' kunnen terecht in de voetnoten.

Tijdens alle verlengingen (ongeacht of er een strafschoppenreeks volgde) werd er 124 keer gewonnen door het thuisspelende elftal en 89 keer door de bezoekers. De statistiek wijst uit dat het verschil tussen die twee getallen niet door toeval is ontstaan (1). Kortom, het lijkt alsof over alle verlengingen heen het thuisvoordeel ruim op weegt tegen de uitdoelpunten-regel.

Maar, we moeten voorzichtig zijn met deze conclusie. Er is namelijk een alternatieve verklaring voor dit patroon mogelijk. Het zou zo kunnen zijn dat er in de wedstrijden met een strafschoppenreeks zó vaak werd gewonnen door de thuisploeg dat dit het effect domineert, terwijl de uitdoelpunten regel wel goed zijn werk deed.

Niets blijkt minder waar. Laten we kijken naar de verzameling verlengingen die werden besloten voordat er pingels moesten worden genomen. Hier werd er 73 keer gewonnen door het thuisspelende elftal en wonnen de bezoekers slechts 49 maal. Ook de aannemelijkheid van dit effect wordt ondersteund door de wiskunde (2). Sterker nog, het thuisvoordeel lijkt helemaal geen rol te spelen in de strafschoppenseries. Deze werden weliswaar 51 maal gewonnen door het ontvangende elftal en 40 keer door de bezoekers, maar dit verschil is hoogstwaarschijnlijk door puur toeval ontstaan (3).

De conclusie is duidelijk. In de dertig jaar aan afvalrondes in de UEFA Cup heeft de uitdoelpunten-regel niet gezorgd voor een eerlijke verhouding in de kansen tussen het uitspelende en thuisspelende elftal tijdens de verlenging. Met de steun van de supporters heeft het thuisspelende team een grotere kans om te winnen.

Er zijn legio oplossingen mogelijk. Maar, voetbalsupporters worden waarschijnlijk niet blij als ze het stadion uit worden gejaagd vlak voor de verlenging om de wedstrijd eerlijker te maken. Tevens zal men zich de supporterswoede op de hals halen als er wordt besloten om uitdoelpunten nóg zwaarder te laten tellen in de verlenging. Ook zal niemand er voor warm te krijgen zijn om de winnaar na 180 minuten met een 'toss' te bepalen. Daarom lijkt het mij het beste om in de verlenging slechts een strafschoppenreeks te spelen, omdat het thuisvoordeel daar geen rol in speelt.

Nu ik deze misstand in de voetballerij heb aangetoond, kunnen we de verlenging van Ajax - Marseille schrappen en alsnog tot pingels overgaan. Als locatie weet ik nog een schitterend neutraal voetbalcomplex aan de Oegstgeesterweg...

(1) Sign test: p < .020
(2) Sign test: p < .050
(3) Sign test: p = .294

Door Wouter

woensdag 25 maart 2009

Quote van de week

"Voor elk doelpunt dat ik in de jeugd maakte, gaf mijn opa me twee gulden. Maar na een paar weken stopte hij daarmee. Op sommige zaterdagen moest hij aan het eind van de wedstrijd wel veertien gulden afrekenen. Dat waren dus mijn eerste voetbalinkomsten."

Melvin Platje, cultspits van F.C. Volendam

zondag 22 maart 2009

Traditie in Rotterdam

Naast een roemruchte historie beschikt Sparta over een stadion met misschien wel de mooiste stadionnaam van Nederland: het Kasteel. Op een druilerige maandagavond doemt het Kasteel in al haar glorie op als je de Huygensstraat bewandelt. Bezoekers worden deze avond helaas om het Kasteeltje heen geleid om via het supportershome (‘de Twaalfde Man’) aan de achterkant het stadion te betreden.

Op de tribunes hebben zich vooral oude rotten en jonge honden genesteld: de échte Sparta-fans. Tussen deze figuren valt één jongeman op: een beer van een vent met lang, zwart haar en een smoel die niet zou misstaan bij een bepaalde James Bond-slechterik uit de jaren ‘80. Afgaande op de jonge spartaantjes die zich om hem heen verzamelen, zal het wel een speler zijn.

De eerder genoemde oude rotten en jonge honden blijken al snel meer gemeen te hebben dan een rood-wit hart. Een man met grijs haar en een nette pantalon verheft zijn stem: “Die Lazovic, dat vind ik zo’n enge vent”. Zijn collega-grijsaard antwoord: “Ze zouden z’n knieschijf in tweeëntwintig stukken moeten breken. Die Bakkal, dat vind ik wel een aardige speler”. De jonge honden pakken het iets minder eloquent aan: “Hé Lazovic! Droplul!”, “Homo. Lul. Hé, homo!” en wanneer de spits buitenspel staat: “Lekker voor je, lul!”

Gelukkig hebben de twee groepen nog een derde eigenschap gemeen. Als een Spartaan kermend ter aarde stort, trapt zijn ploeggenoot de bal buiten de lijnen. Danko Lazovic krijgt de bal en speelt hem zonder enige aarzeling terug naar de Sparta-doelman. De oude rotten en de jonge honden halen hun koude handen uit de zakken en applaudisseren eensgezind.

Zelfs wanneer een speler het rood-wit van een andere club uit je stad heeft verdedigd, zelfs wanneer die speler besmet is met ‘de vallende ziekte’, wordt sportiviteit hier beloond. Gelukkig is niet alleen het Kasteel traditioneel bij Sparta.

Berry was bij Jong Sparta- Jong PSV

donderdag 19 maart 2009

Van onze scout: Holanda-gate?

De Spaanse zender Canal+ pikte van de week een aantal eigenaardige reacties op tussen onze landgenoten bij Real Madrid. Kijkt u even aandachtig naar onderstaand filmpje, dat voorzien is van Spaans commentaar. Om u enigszins te begeleiden heb ik de belangrijkste gebeurtenissen even op een rijtje gezet.

http://s197.photobucket.com/albums/aa86/al7ess/?action=view&current=sportYou-Elprimerperidicomultimedia.flv

Het begint allemaal na de goal van Robben. Huntelaar komt min of meer plichtmatig langs en Robben kijkt alsof hij de goal het liefst alleen had gevierd. Misschien wat vergezocht, maar het vervolg van de montage zal wat meer duidelijkheid scheppen.

Wat u na de goal van Robben ziet is de reactie van Huntelaar na een ietwat zelfzuchtige actie van Robben. Robben lijkt even z'n spijt te betuigen aan de geïrriteerde Huntelaar door het handje omhoog te steken, maar al snel krijgt hij genoeg van de Hunter en geeft hij met een simpele vingerbeweging aan dat deze beter zijn mond kan houden. 'De volgende ram ik er gewoon wel in', zie je hem denken. Kijkend naar de reactie van Huntelaar is hij niet van plan zich de mond te laten snoeren. Vingergebaartjes over en weer lijken het devies.

Dat deze twee teamgenoten elkaar niet liggen lijkt pas echt duidelijk te worden na de doelpunten van Klaas-Jan. Arjen staat beide keren vlakbij en geeft zelfs de assist op de tweede goal, maar gaat vervolgens niet naar Huntelaar toe om de doelpunten te vieren.

Ik zie u al vreemd opkijken, maar nu komt het meest schokkende gedeelte pas: de wissel van Huntelaar. Hij kan terugkijken op een prima wedstrijd en zal de felicitaties van zijn teamgenoten maar al te graag in ontvangst nemen. Een handje van de trainer, een tikje van de assistent, eentje van de medische staf, eentje van de fysiotherapeut, eentje van Saviola, eentje van Raúl, eentje van Torres, eentje van Dudek en dan (waarschijnlijk met een glimlach) uitkomen bij Van der Vaart en Robben. Niets. Van der Vaart en Robben kijken glashard voor zich uit en negeren Huntelaar compleet.

Waren de twee zo gefocussed op de wedstrijd die op dat moment al lang en breed gespeeld was? Zat Raffie een beetje weg te dromen over Sylvie? Was Robben bezorgd over een volgende potentiële blessure? Huntelaar gelooft er in ieder geval niets van. Een wegwerpgebaar is zijn antwoord.

Oordeelt u zelf maar. Is dit het volgende sluimerende probleem binnen de selectie van het Nederlands elftal? Gaan de Nederlanders mede hierdoor straks de schuld krijgen van het falen van Real Madrid? Of loopt de Spaanse pers te zoeken en is dit roddeljournalistiek van de hoogste plank?

De scout

woensdag 18 maart 2009

Quote van de week

“Ik ken niemand die zo ver van racisme afstaat als Marko, het idee alleen al is bespottelijk.”

Woordvoerder van Marko Arnautovic, spits van FC Twente.

maandag 16 maart 2009

Saai

Het is een merkwaardige baan, vierde official. Je takenpakket is beperkt tot het omhooghouden van bordjes en het waarborgen dat de twee trainers niet buiten die kinderachtige vakjes voor de dug-out komen. Eén ding mag je zelf bepalen: de hoeveelheid blessuretijd. Dit is meestal een weinig controversiële bezigheid: twee minuutjes voor de wissels plus nog één of twee als het spel veel stil heeft gelegen. Alleen bij ontzettend spannende wedstrijden zal het publiek zijn mening geven over een onrechtvaardig lange of korte blessuretijd. Niet echt van toepassing dus, op het uiterst saaie Ajax – De Graafschap van deze zondag. Toch werd vierde official en scheidsrechterstalent Serdar Gözübüyük behoorlijk uitgefloten toen hij aangaf dat het duel zich nog twee minuten zou moeten voortslepen.

En terecht, die twee minuten van mijn leven krijg ik nooit meer terug.

zondag 15 maart 2009

Lente

Voor Klaas

Als in jeugdherinneringen
Volendam, Hollands gehucht
zie de bleke knapen springen
vuisten in de voorjaarslucht
jongens met de appelwangen
trotse ouders langs de lijn
in hun ogen één verlangen
laat het altijd zondag zijn


Door Jochem

woensdag 11 maart 2009

Winst en verlies

Buiten is het dinsdag, het regent de hele ochtend al. Binnen is het lekker warm. Wanneer we al geruime tijd bezig zijn met een saaie klus waar maar geen eind aan lijkt te komen, zoekt mijn collega afleiding, en iets van hoop. Die vindt hij.

Champions League vanavond!

Hij leest het affiche voor. Ik laat het over me heen komen: ik zal niets zien, want ik moet trainen. Tussen het werk door zie ik op voetbalsites dat Sneijder ‘een intens en meeslepend voetbalgevecht verwacht op Anfield Road’.

Maar nee, ik moet trainen.

Op de mail is het stil. Niemand durft zijn naam bij het rijtje enthousiastelingen te schrijven. Zij die zondag al zeiden bij de training te zullen zijn. Ik gooi heel voorzichtig een balletje op: Liverpool - Real Madrid vanavond, het schijnt intens en meeslepend te worden. Langzaam druppelen mails binnen die allen de kern van de zaak niet durven te benoemen:

‘Prachtige wedstrijd natuurlijk, Liverpool - Real Madrid.’

‘Verstand: trainen! Hart: Champions League kijken!’

Maar niemand durft het, niemand durft zich af te melden, niemand durft de training af te gelasten om lekker op de bank voetbal te kunnen kijken, want op dinsdag mag je trainen, dus op dinsdag ga je trainen.

Één durft heel ver te gaan: ‘Dus, waar zien we elkaar voor de wedstrijd?’

Gelukkig neemt een ander de rol van Het Verstand op zich. Hij speelt de rol van mijn vader en mijn moeder die mij vroeger met zeer pedagogisch verantwoorde woorden als ‘de trainer rekent op je en hij geeft ook zijn vrije avond op’ zelf lieten beslissen wat te doen. Uiteraard ging ik, want je ouders teleurstellen is tot daar aan toe, maar de trainer...

Het Verstand: ‘We zien elkaar voor de wedstrijd op dinsdagavond om kwart voor negen bij de club, om te trainen.’

Zijn e-mail voelt als winst en verlies.

maandag 9 maart 2009

Graaien

Een partijdige scheidsrechter hebben we al vaker gehad, maar dit slaat alles. Het wordt bijna komisch: een doelpunt wordt op onduidelijke gronden afgekeurd, grensrechters worden compleet genegeerd en van 50 meter afstand constateert hij hands: penalty. Hij meet de strafschop uit met elf wel erg kleine stapjes vanaf de doellijn. Als wij hem daarop wijzen meet hij de afstand opnieuw, maar nu met vijf grote stappen van de rand van de zestien. Tja.

Als de wedstrijd is afgelopen en onze frustratie enigszins gezakt vragen wij ons af hoe deze man over zichzelf denkt. Zou hij tevreden zijn? Blij met het resultaat dat hij voor zijn team heeft binnengehaald? We kunnen het ons niet voorstellen.

Die avond zie ik op televisie een aantal Amerikaanse bankiers op een rijtje zitten. Ze worden door de Senaat verhoord over de ondergang danwel deplorabele staat van hun banken en de miljarden aan overheidssteun die ze hebben ontvangen. Dan blijkt dat de bestuurders zichzelf tijdens de crisis al honderduizenden dollars aan beloningen hebben toebedeeld.

De senator die de mannen ondervraagt kijkt hen verbijsterd aan. De bankiers kijken niet-begrijpend terug. Ze lijken zich niet bepaald schuldig te voelen. Het is toch hun goed recht om zichzelf te belonen? Er is geen wet overtreden, en daarnaast, iedereen doet het. Ik bekijk de bankiers eens goed. Hij zou er zo tussen kunnen zitten, de scheidsrechter.

zondag 8 maart 2009

Quote van de week

“Dit is je reinste competitievervalsing.”

Algemeen directeur van PSV Jan Reker naar aanleiding van het verplaatste duel met FC Twente.

woensdag 4 maart 2009

Stukjes

Tijdens een werkbijeenkomst, waar het hoger management vertelt over de aanstaande reorganisatie van het bedrijf, wijdt het hoofd van de Business Unit uit in onvervalste managementtaal: het nieuwe afdelingshoofd zal 'een stukje visie meebrengen' en 'zorg dragen voor een stukje coaching'. Ik zoek oogcontact met andere medewerkers voor een blik van verstandhouding over dit - in mijn ogen - hilarisch wollige taalgebruik. Niemand kijkt terug, blijkbaar is iedereen er al aan gewend.

Vanochtend lees ik in De Pers een interview met de 18-jarige Feyenoorder Giorginio Wijnaldum. Hij zegt dat hij het wel leuk vindt om op straat herkend te worden, maar hij mist wel 'een stukje rust'.

Het einde der tijden is nabij.

Morgen

Ik sta te wachten tot ik kan oversteken. Het is druk op de kruising. De zaterdagdrukte. Vlak voor mij verschijnt een snelle auto, een Jaguar. Het raampje staat open en uit de auto klinkt Hazes.

“Als ik jou vergeef, kom je dan bij me terug.”

Het dashboard glimt, stoelen zijn bekleed met leer. Ik kruis de blik van de bestuurder. Het is de gevreesde verdediger, de slager die schopt en niets of niemand schuwt. De man die ik morgen weer tegenkom op het veld. Hij herkent me van de vorige wedstrijden en ik knik hem toe:

“Mogguh”, zegt hij.

Inderdaad, morgen, denk ik. Dan kom ik je tegen. Morgen.

NB: Morgen was dus zondag jl. De slager was op dreef: schelden, natrappen en toen ik in zijn ogen iets verkeerd deed kreeg ik een Völlertje te verduren (http://www.youtube.com/watch?v=U963U_Ik4s4)

woensdag 25 februari 2009

Post

Post van de club. Nooit eerder lag een envelop met het logo van de club op de mat. Enkel het clubblad, een paar keer per jaar, dat volstaat met onsterfelijke rubrieken.

Er moet groot nieuws zijn.

'Onderwerp: Bestuursmededeling.' staat er. Een brief van Meneer de Voorzitter dus, naar alle leden. 'Als bestuur streven wij ernaar om de standaardelftallen van de vereniging op een zo hoog mogelijk niveau te laten spelen.'

Daar doet onze club inderdaad alles aan. Het mag de sterren van de standaardelftallen aan niets ontbreken: terreinknechten die hun vieze goed wassen, een stadionspeaker die de opstelling voorleest en een groot parkeerterrein waar hun SUV's mogen prijken.

De brief gaat verder. Op pijnlijke wijze:

'Helaas de laatste jaren zonder resultaat.'

Tsja, Zaterdag 1 en Zondag 1 zijn afgezakt naar de 5e klasse. Er moet dus wat gebeuren. Daarom kondigt de club aan voortaan de 'prestatie prioriteit' te leggen bij één elftal, in de hoop daarmee de weg naar boven in te zetten. Uiteraard is de keuze gemaakt 'op advies van onze sponsoren.'

Misschien moeten wij Meneer de Voorzitter maar eens schrijven:

'Als Zondag 7 streven wij ernaar op een zo hoog mogelijk niveau te spelen. Én de laatste jaren met resultaat. Na tien wedstrijden staan wij bovenaan. Promotie ligt voor ons. Misschien moet u nog eens nadenken over die 'prestatie prioriteit'. De sponsoren hoeven hier niet diep voor in de buidel te tasten: wij zijn tevreden met ons schaaltje bitterballen na de wedstrijd.

Met vriendelijke groet,

Zondag 7'

Voetwerk stelt

In de aanloop naar de terugwedstrijden van Ajax en FC Twente in de UEFA-cup van aanstaande donderdag wil ik het graag hebben over de ‘uitdoelpuntenregel’. Zoals bekend gaat bij een gelijke stand over twee wedstrijden de club door die het meeste doelpunten heeft gescoord in zijn uitwedstrijd. Een prima regel, met wat mij betreft één groot nadeel: niet allebei de clubs hebben evenveel minuten om uitdoelpunten in te maken, omdat er in de eerste wedstrijd geen verlenging kan zijn. Als de tussenstand bij Ajax-Fiorentina donderdag na 90 minuten net als in Florence 0-1 is, zal er verlengd worden. Als Fiorentina in deze verlenging eerst scoort, moet Ajax twee keer scoren om alsnog te winnen. Als Ajax eerst scoort, hoeft Fiorentina maar één keer te scoren om te winnen. Dit is tijdens de reguliere speeltijd natuurlijk ook zo, maar een verlenging tijdens de heenwedstrijd behoort niet tot de mogelijkheden en beide clubs zitten dus niet in dezelfde situatie. Het komt er op neer dat voor Ajax de verlenging zo ongeveer een sudden death is, terwijl Fiorentina 30 minuten kan proberen om een enkel doelpunt te maken en praktisch zeker te zijn van de overwinning. Natuurlijk heeft Ajax ook 30 minuten langer het thuisvoordeel, maar zou dat opwegen tegen de psychologische druk van een dreigend fataal doelpunt? Ik denk het niet. Daarom zou de uitdoelpuntenregel in de verlenging niet meer moeten gelden.

dinsdag 17 februari 2009

Bekers

Léon zet zijn fiets tegen een lantaarnpaal, er gaat een groot slot omheen. Via een achterdeur stapt hij vrolijk het stadion binnen. Het is nog vroeg in het Estadio Santiago Bernabéu.

Gister won zijn club, makkelijk met 4-0. Een van de doelpuntenmakers was die nieuwste Nederlander. Oh ja: Huntelaar. Vandaag maar eens zijn foto’tje regelen, want de spits hangt nog steeds niet in het museum van Real, in de rijen foto’s met de spelers van de Koninklijken. Straks de schaar erbij, wat lijm en de lijst is weer compleet.

En wat heeft de medewerker van het Real museum nog meer te doen? Natuurlijk de bekers. Want iedere ochtend pakt hij de negen bekers op. Uit de vitrine, afstoffen, en schoon weer terug. Klaar voor duizenden oeh's en aah's van de bezoekers. Negen keer won Real Madrid de Champions League, voorheen bekend als de Europa Cup I. Vijf keer in de jaren vijftig onder leiding van de spits Di Stefano.

Waar spelers niet meer zo moelijk doen bij een verhuizing naar de grote rivaal, zal Léon zijn Real trouw blijven. Ook wanneer Barcelona hem drie miljoen biedt? ‘Daar is niet zoveel te poetsen, joh. Ze wonnen maar twee keer.’

maandag 16 februari 2009

Ik

Ik sta klaar om af te trappen. Het zullen weer 90 minuten grandioos spektakel worden met mij in de hoofdrol. Ik ken de tegenstanders niet, maar dat maakt niet uit. Voor mij zijn ze allemaal hetzelfde. Iemand blaast op een fluitje en ik ren naar voren en schreeuw om de bal. Bizar genoeg krijg ik die niet.

Ik wervel over het veld, trek, duw, doe een truukje, wordt onderuitgetrokken, schreeuw in de richting van iemand met een vlag of een fluitje, spring naar een bal die hoog over me heenvliegt, jaag door tot op de keeper, schreeuw naar mijn spelers dat ze me de bal moeten geven, hou drie tegenstanders tegelijk bezig en versier een vrije trap.

De vrije trap wordt genomen, ik spring, de bal vliegt over me heen maar misschien heb ik hem wel geschampt. Als ik opkijk ligt de bal in de goal. Ha, doelpunt! Ik ren juichend weg en het stadion juicht voor mij. Als ik even later om me heen kijk zie ik dat ik alleen ben en mijn spelers ergens anders feesten. Blijkbaar heeft iemand anders de bal als laatste aangeraakt. Raar.

Nu ben ik alleen door op de keeper, tijd voor weer een onvergetelijk hoogtepunt, een stift in de kruising! Met een subtiele voetbeweging verschalk ik de uitkomende doelman. Merkwaardig genoeg belandt de bal tegen de lat. Bijna onmogelijk, maar het gebeurt.

En weer kom ik op de keeper af. Als hij bijna bij me is verstuur ik een snelle pass naar iemand, die de bal in het lege doel schuift. Wat een briljante assist!

Ineens is het afgelopen. Niet ik, maar iemand die 'Leonardo' heet, wordt uitgeroepen tot Man van de Wedstrijd. Ongelofelijk!

maandag 9 februari 2009

Queens Park Rangers V (slot)

Hij wordt wakker met een bekend gevoel: zenuwen. Het is zaterdagochtend en nog vroeg, maar hij is te onrustig om in zijn bed te blijven liggen. In de te kleine keuken bakt hij wat eieren met spek, hoewel hij eigenlijk geen honger heeft. Het smaakt ook maar matig.

Hij kijkt zijn huisje eens rond. Het hangt vol met herinneringen: foto's, sjaals en het shirt met de handtekeningen uit de gouden jaren '80, toen bijna de FA-cup werd gewonnen. Zou er een vrouw in dit blauw-witte huis willen wonen? Het kan hem weinig schelen, zijn laatste vrouw is alweer lang geleden.

Toch maar vast naar het stadion, het heeft geen zin om thuis te blijven ijsberen. Sjaal om, muts op en de deur uit. Als hij de hoek om is ziet hij het stadion al liggen. Hij knikt naar de andere mannen die in dezelfde richting lopen. Enkelen lopen alleen en allen zijn, net als hij, te vroeg. Hij kent ze wel maar is niet zo'n prater.

Als hij langs de fanshop loopt twijfelt hij. De wedstrijd begint nog lang niet en het kan nooit kwaad om even te kijken. Als hij binnenkomt geeft de verkoopster hem een meewarige blik van herkenning. Eigenlijk weet hij zelf ook al wel wat er gaat gebeuren, en even later staat hij in de rij voor de kassa. Het QPR-kussentje in zijn hand geeft hem een geruststellend gevoel: hij heeft er vandaag in ieder geval alles aan gedaan.

Hij loopt snel naar de ingang van het stadion met het kussentje onder zijn arm, langs een paar Nederlandse jongens die hem in stilte gadeslaan. Hij is een echte.

Door Vincent

Keihard

De winter is keihard. Al weken moeten we op zaterdag, soms zelfs op vrijdag al, constateren dat de wedstrijd op zondag niet doorgaat. Zo ook deze week. Nog voor ik mij in een smoking hees om de zaterdagavond groots door te brengen, zag ik op teletekst een kruisje staan achter ons district: weer afgelast.

Via de mail werd het droevige bericht verspreid. Binnen een uur zou op vele studentenkamers een vloek klinken. Dit werd nog eens versterkt door het bericht dat net daarvoor gepost was. Een van ons had een vrije zaterdag en snakte naar voetbal. Hij stapte op de fiets en reed naar het veld waar wij de volgende dag verwacht werden.

Hij ging het veld inspecteren.

Als een heuse prof moet hij in pak dan wel in trainigspak over het veld gelopen hebben. In ieder geval een iPod in zijn oren, met het hoofd naar de grond, een beetje wroeten met zijn voet, en, als hij het echt serieus heeft gedaan, door de knieën en even voelen, het gras aaien. Het zorgde voor een prachtige analyse:

"I went to check out the field of ASC today. It is real grass and is in very good condition considering it is the only field that ASC has. Its kinda spongey though, so make sure to bring the longer studs along if you have them..."

Al snel werd het keiharde nieuws nog eens over de mail gegooid. Ditmaal vertaald voor onze buitenlandse teamgenoot: "The game has been cancelled...I know, it sucks."

woensdag 4 februari 2009

Ver weg

Londen, Engeland: voetbalnatie.

In ons hostel staat op tv's verspreid in de bar Valencia-Villareal op. Een Spaanse topper waarin van alles gebeurt. Al na tien minuten staat het 2-0. Op slag van rust 2-1. Later 2-2, 3-2 en via een penalty 3-3. Een thriller, maar al deze informatie ging langs mij heen en las ik later pas terug. Dat kwam zo.

Ik werd niet afgeleid door het meisje dat de bar beschouwde als haar slaapkamer en haar vriendje (?) en public bereed, maar door twee kleine mannen aan de bar. Twee kleine dikkerds met een grote glimlach op het gezicht die zo nu en dan een klein dansje waagden, hangend aan de bar.

Ik loop naar de bar om bier te halen voor de groep en knoop een gesprek aan met de jongste van de twee: 'we komen uit Australie, zijn voor vier weken op reis in Europa, en dan weer terug naar Australie, haha nee dat is mijn vader, dit en dat en zus en zo.'

Tsja, wilde de oudere man niet beledigen, dus vroeg maar of ze vrienden waren.

Terug bij de groep vertel ik mijn vriend het verhaal van de bar. 'Vader en zoon? Prachtig.' We kijken naar de twee kleine mannen die drinken, dansen en lachen. Vader en zoon.

De schermen met voetbal zijn ver weg.

Queens Park Rangers IV

De man valt niet op. Hij is niet uitgedost in kledij van zijn club, geen muts, geen sjaaltje. Hij is heel gewoontjes. Alsof hij na een bezoek aan zijn schoonmoeder rechtstreeks naar het stadion is gekomen. Hij zal een degelijke baan hebben en is, zonder twijfel, vader.

Dat de beste man op het eerste gezicht absoluut niet opvalt, realiseer ik me pas op het moment dat hij vanuit het niets opstaat. Op het veld is het rustig: geen aanval, kaart of actie, maar hij staat als enige op. Hij wijst naar het vak naast ons, het vak van de tegenstander dat opvallend luidruchtig is. De middelvinger?

Nee.

Terwijl hij zijn hand licht balt en nog eens specifiek wijst naar een eenling in de menigte, beweegt hij licht zijn pols, geoefend gaat zijn hand heen en weer, hoog boven zijn hoofd. Inderdaad, alsof hij masturbeert. Even heen en weer en dan weer wijzen, en weer heen en weer. Zijn bewegingen worden ondersteund met wat kreten uit het publiek: 'wankers!' Gedurende de wedstrijd gaat dit nog eens en nog eens; hij staat als enige op, wijst en de hand gaat heen en weer. Zijn actie is moeilijk te plaatsen, want niemand neemt ook maar enige vorm van aanstoot aan hem. Is het de buurtgek of staat de rest achter hem en geniet hij het volledige respect?

Duidelijk is dat het bezoeken van onze Queens Park Rangers werkelijk van alles los maakt bij haar supporters.

maandag 26 januari 2009

De ondergang van een held

Op 3 juli 1990 had hij onsterfelijk moeten worden, het zou zíjn dag worden. Paul Gascoigne, het enfant terrible van het Engelse nationale elftal, nam op die dag Engeland bij de hand en hij was voorbestemd om ze te leiden naar de overwinning op het gehate West-Duitsland. Engeland zou hierna doorstomen naar de finale en dan zou hij die prachtige trofee eindelijk in zijn dikkige handen nemen. Hij was die dag onverzettelijk, oersterk en technisch; hij speelde als de verpersoonlijking van het Britse voetbal.

Paul Gascoigne buffelde, tierde, stormde en vrat op die dag in juli de kilometers net zo makkelijk op als de Duitse opponenten. Hij joeg zijn team aan en dreef de Engelse supporters tot extase. Dat de Duitsers op een schlemielige, Duitse, manier nog een vrije trap er in schoten, was slechts een klein obstakel. Al snel schoot Gary de gelijkmaker erin en de verlenging volgde. Nu zou het gaan gebeuren!

Wéér een van zijn solo's: één tegenstander gepasseerd, nog een en nog één. Hij tikt de bal nét iets te ver voor zich uit, tegenstander ertussen, maar nooit opgeven, neerhalen die mof! De scheidsrechter fluit, snel een handje geven. Hij draait zich om en kijkt naar de scheids; zijn dan al aangetaste brein realiseert zich wat die gele kaart betekent. 'No, really. Noh, fuck off! Fuck!' En dan de tranen, die prachtige tranen.

Op het moment dat de zoete tranen over de wangen van Gazza biggelden, knakte er iets bij de Britse held. De spirit was eruit en Engeland kon slechts tot penalty's komen. Gazza zelf was niet meer in staat om een pingel te nemen en Pearce en Waddle leidde de Britse ondergang in. Vanaf dat moment stortte de wereld van Gazza compleet in. Hij verergerde zijn knieblessure in discotheek Glitterball en aardde nooit in het glamoureuze Italië. Een korte opleving bij Glasgow Rangers werd gevolgd door een incident met de IRA, een transfer naar 'Boro in het Championship, een gefaalde stage bij D.C. United en een debacle bij Gansu Tianma in China. Op zoek naar een managerscarrière klopte hij aan bij Kettering Town, waar hij na 39 dagen werd weggestuurd omdat hij elke dag naar de drank stonk. In de jaren daarop sloeg hij zijn vrouw lens, werd hij ernstig depressief, pleegde hij enkele suïcidepogingen en werd zelfs Anorexia Nervosa vermoed bij de altijd wat dikkige Gascoigne.

Een paar weken geleden kwam in het nieuws dat de 12-jarige Regan Gascoigne zijn vader nooit meer wil zien. Hij weigert zijn eigen zoete tranen aan Gazza te verspillen en heeft, net als zijn moeder Sheryl, de hoop opgegeven. Alcohol loopt als een rode draad door het dramatisch verlopen leven van Paul Gascoigne, wat waarschijnlijk binnenkort op een droevige manier zal eindigen. Toch denk ik zelf dat als hij nét iets behoudender was geweest op die mooie dag in juli, dat het allemaal anders was gelopen.

Door Berry

http://nl.youtube.com/watch?v=rxGGsCa7tAA

Queens Park Rangers III

Voetbalsupporters vertonen nogal vaak kuddegedrag. Wanneer een een lied inzet, volgt de rest, en wanneer de leiders stoppen met zingen, stopt iedereen. Tenminste, als je het door hebt. Soms hoor je een onoplettende die fanatiek aan een nieuwe inzet begint, met een genante solo tot gevolg. Ook wanneer er iemand opstaat en opzichtig begint te kijken doet iedereen dat. Er zal een opstootje zijn. Zelfs wanneer je niet mee wil doen aan het kuddegedrag word je gedwongen omdat je anders tegen ruggen kijkt in plaats van het veld ziet.

Ook in Engeland werkte het zo. Bij onze club QPR stond er een op, en volgden er velen.

Ruzie, sensatie, klappen?

Niet op Loftus Road, waar onze club is gezeteld. Nee, bij QPR stond het hele vak op, want verderop schoot een eekhoorntje over de tribune.

dinsdag 20 januari 2009

Queens Park Rangers II

Vaak gelezen maar eigenlijk nooit gezien: in Engeland spelen ze kick and rush-voetbal. Achterhaald, leek mij, zeker in de Premier League, waar tegenwoordig meer spelers van het strand dan uit de klei getrokken zijn. Nu de Premiership de beste competitie ter wereld is geworden, dacht ik dat de Championship - de eerste divisie - daar niet ver op zou achterlopen. Nou, dat was dus niet waar.

Queens Park Rangers – Coventry City dus. Voor de aftrap worden drie spelers gebruikt, die er in slagen de bal in één keer over de zijlijn te spelen. Het blijkt een voorbode. Het duurt minstens een kwartier voor er voor het eerst een aanval fatsoenlijk wordt opgebouwd. Ik kijk mijn Nederlandse medebezoekers maar eens aan. Binnenkort zal iemand wel 'hotsknotsbegoniavoetbal' zeggen. Achterin bij QPR staat een gigantische neger die niets anders doet dan de bal vooruit rossen. Hij lijkt er een hoop lol in te hebben en verdedigend werkt het heel aardig.

Bij elke uittrap van de keeper gebeurt er iets wonderlijks. Alle spelers van beide partijen verzamelen zich in een gebied van ongeveer 20 bij 20 meter rond de middellijn, aan de zijkant van het veld. De keeper peunt de bal vervolgens in het midden van deze kluwen spelers; een weinig constructieve methode. 'Hotsknotsbegoniavoetbal', zegt iemand.

Dan, in de tweede helft, een vrije trap voor Coventry City. De keeper van QPR stelt zich helemaal links in de goal op, waarna de speler van Coventry de bal laag in de rechterhoek schiet. Nogal wiedes.

Een stormloop op het doel van Coventry volgt, echte kansen blijven achter. Tot, tien minuten voor tijd, een centrale verdediger van Coventry zich op uniek knullige wijze in een ongevaarlijke bal verslikt, en de spits van QPR vanaf ongeveer 12 meter recht voor de goal kan uithalen. Hij schiet, en de bal vliegt over de zijlijn. We kijken met open mond toe.

Toch gebeurt het uiteindelijk: 1-1 in de tachtigste minuut na een goede voorzet van invaller/dribbelaar Emmanuel Ledesma. Het stadion gaat los en de laatste minuten kan er nog van alles gebeuren, zoals dat dan heet. Dezelfde Ledesma krijgt in de laatste seconde nog een vrije trap op zo'n 20 meter van het doel.

Huizenhoog over, natuurlijk.

Door Vincent

Annie

In het oude jeugdhonk werd stevig gerookt. Door Arie, de klusjesman die er af en toe zat, maar bovenal door Annie. Annie was de baas van het jeugdhonk: een bonkige vrouw met kort grijs haar en een stem die over het hele complex bulderde wanneer je een uitbrander kreeg. Bijvoorbeeld als je te hard draaide aan de buizen van het tafelvoetbal, te hard drukte op de knopjes van de controller, of per ongeluk een bal van tafel stootte tijdens het poolen. Zelfs de meest stoere jongens waren bang voor Annie. Enkel haar reusachtige boezem maakte dat je wist dat je met een vrouw te maken had.

Toen de club verhuisde naar een nieuw en modern complex dat moest leiden tot de weg naar boven, ging het met alles minder. Er stond geen enkele boom op de maanvlakte; we speelden meer tegen de wind dan tegen onze rivalen. De beloofde velden waar het hele jaar op gespeeld kon worden, werden er regelmatig uitgegooid. Ook werden de nieuwe trainers en spelers uit de stad slecht ontvangen bij de dorpse club. Men verlangde terug naar het oude terrein aan de sportlaan.

Ook Annie wilde terug, want in het nieuwe jeugdhonk mocht niet gerookt worden en Annie had niet meer de leiding. Ze kreeg ruzie met de club en ging, naar ik pas vele jaren later mocht horen, huilend naar huis. Ruzie met de club was het verliezen van je werk, je passie, je liefde.

Vorige week hoorde ik dat het, terwijl de club er nog steeds niet bovenop is, weer goed gaat met Annie. Ze werkt weer voor de voetbal, in het jeugdhonk. Maar niet bij mijn oude cluppie, nee, Annie is verhuisd: naar de overkant, de concurrent, van Steeds Hoger Oud-Beijerland (SHO) naar Oud-Beijerlandse Sport Vereniging (OSV). Zie het als een transfer van Amsterdam naar Rotterdam, van Barcelona naar Madrid, van AC Milaan naar Inter Milaan. Weet u nog: Figo, van Barca naar Real: uitgefloten, uitgejauwd en uitgekotst.

Maar Annie ging niet voor het geld, Annie ging voor haar geluk.

woensdag 14 januari 2009

WAT?!

Op mijn computer doet een vriend mij het nieuws in mijn chatscherm verschijnen: Gertjan Verbeek weg. Ik schrik, oprecht: "WAT?! VERBEEK WEG?!"

Tsja, ik hield het netjes.

Beter verwoordden de vele supporters van de harde kern van Feyenoord het. Vaak gebeurt het niet dat ik het volledig eens ben met hen, maar nadat hun trainer vandaag werd weggestuurd bij de club uit Rotterdam, schreeuwden ze het treffend uit op het internet. De supporters willen Verbeek behouden, het zijn volgens hen de oudere spelers die klagen over de intensiviteit van de trainingen en de slechte communicatieve vaardigheden van Verbeek, die moeten eruit. Of "oppleuren".

Een greep uit hun reacties:

"Volgevreten miljonairs schaam jezelf, prestatie nul. Ik walg dat deze spelers zich Feyenoorder noemen."

"Nog nooit zo'n zooitje meegemaakt bij mijn club. Gooi die grote jongens er lekker uit, zoals Hofland, Makaay, Lucius etc, want die zijn hier verantwoordelijk voor."

"Jammer Gertjan, ik had het je zo gegund, maar in m'n achterhoofd wist ik dat dit niet eenvoudig zou zijn. Jij bent NIET mislukt, Feyenoord is mislukt.''

'Je was toch aan het studeren?' klinkt het naast me - een voetbalsite heeft inderdaad weinig te maken met de leerstof van mijn tentamen - en ik ben weer terug in de realiteit. Waarom vind ik het nu zo erg dat Verbeek vertrekt? Het gaat hier immers niet om mijn club. Het gaat om de 'aartsvijand', iedere vorm van onrust aldaar is welkom zou je zeggen. Toch?

Terwijl ik probeer mij weer te richten op mijn studieboeken, dwaal ik af. Het is de persoon Verbeek. Dat is het. De volgende woorden zullen u ongetwijfeld overtuigen, wat een man: de import-Fries (geboren in Deventer) is oud-bokser. Was zelfs kampioen van Twente en had een boksschool in Heerenveen. Hij bouwde eigenhandig zijn boerderij op het Friese land die hij kocht als vervallen en verlaten, zonder gas, licht en water. Hij woont er alleen, met twee katten. Verder rijdt hij motor. Maar de no-nonsense trainer heeft meer. Sinds tijden verdiept Verbeek zich namelijk in de menselijke psyche. Hij volgde lezingen en cursussen om mentale groepsprocessen beter te begrijpen.

Dat laatste kon echter niet voorkomen dat hij Feyenoord moest verlaten. Maar ja, wat is er met 'volgevreten miljonairs' te beginnen? Weet dat er in Leiden een amateurteam wacht met arme studenten, bereid om keihard te werken.

Queens Park Rangers I

Ik heb eens gelezen dat de huidige generatie jongeren, waaronder ik dus, een sterk verlangen heeft naar authenticiteit, naar 'echte' belevingen. Het kost me eerlijk gezegd weinig moeite om mezelf in deze stelling te herkennen. Als we met het voetbalteam in Londen zijn, wordt al snel duidelijk dat ik niet de enige ben.

Hoewel er dat weekend wedstrijden van Arsenal en Fulham, zijn we unaniem: we gaan naar Queens Park Rangers: QPR, the R's, the Super Hoops, een voor Londense begrippen nietige club die zich ophoudt in de tweede Engelse profdivisie. Ze spelen tegen Coventry City, de nummer negen tegen de nummer veertien. Bij Arsenal kunnen we Robin van Persie en iedereen zien, bij QPR kennen de meesten van ons niemand. Maar wij willen de echte Engelse voetbalbeleving, in een oud en koud en tochtig stadion en met bier en fish en chips. En die krijgen we ook.

Als we naar het stadion lopen wanen we ons een firm en lachen we onszelf daarover uit. Voor ons loopt een man met de letters QPR in het blauw in zijn gemillimeterde blonde haar geverfd. Tussen vaders en zonen en hier en daar een moeder en dochter gaan we het stadion in We wurmen ons door een roestig draaihekje. Het oude stadion blijkt ook een nadeel te hebben: geen beenruimte. Het maakt niet uit, de grijns is nu al niet van onze gezichten af te slaan.

Wordt vervolgd.

dinsdag 6 januari 2009

Nieuwjaarsborrel

1 januari. De stad is stil en ligt erbij als een huiskamer na een uit de hand gelopen feest, overal zooi. In de kantine van de club is het druk. Bij het ontvangst krijgen we door een oudere vrouw een consumptiebon in de hand gedrukt als ze ons het beste wenst voor het nieuwe jaar.

Aan een lange witte tafel zitten grote grijze mannen. De ereleden. Achterin zit een muzikant achter twee keyboards verscholen. Met een paar drukken op de toetsen tovert hij er complete smartlappen uit, behalve de zangpartij, die is echt live. De mannen die we normaal gesproken na een training in hun werkkloffie aantreffen aan de bar, zijn in een pak gehesen. De meest wonderlijke dassen en kleurencombinaties komen voorbij. Gelukkig draagt er ook een gewoon een traningsjack. Naast het barmeubilair zie ik natuurlijk de terreinknechten, de wedstrijdsecretaris en het bestuur.

We staan te genieten van de mensen om ons heen als ik door een, voor mij onbekende, man gewenkt word. Ik loop naar hem toe. Hij is groot, heeft een grijze baard en kijkt streng. 'Hier', zegt hij. Zichtbaar ongemerkt stopt hij me drie consumptiebonnen toe. 'Dan hebben jullie wat te drinken.' Ik bedank hem en zeg dat we net hebben gehad. 'Nee, neem nou, hier' en hij strompelt langs zijn scootmobiel naar de toiletten. Ik neem het aan en even denk ik aan vroeger, aan mijn opa die me weer eens wat geld toestopte.

De jeugd wordt gewaardeerd vandaag.

Uiteraard is ook meneer de Voorzitter aanwezig. Twee uur later dan aangekondigd pakt hij een microfoon, klimt op een schilderstrapje en begint zijn nieuwjaarsspeech:

"2009 is een bijzonder jaar. Onze club wordt dit jaar 90 jaar oud en dat is uniek binnen deze vereniging!"

We kijken elkaar kort aan: voor ons is het jaar al uniek begonnen.