zondag 22 maart 2009

Traditie in Rotterdam

Naast een roemruchte historie beschikt Sparta over een stadion met misschien wel de mooiste stadionnaam van Nederland: het Kasteel. Op een druilerige maandagavond doemt het Kasteel in al haar glorie op als je de Huygensstraat bewandelt. Bezoekers worden deze avond helaas om het Kasteeltje heen geleid om via het supportershome (‘de Twaalfde Man’) aan de achterkant het stadion te betreden.

Op de tribunes hebben zich vooral oude rotten en jonge honden genesteld: de échte Sparta-fans. Tussen deze figuren valt één jongeman op: een beer van een vent met lang, zwart haar en een smoel die niet zou misstaan bij een bepaalde James Bond-slechterik uit de jaren ‘80. Afgaande op de jonge spartaantjes die zich om hem heen verzamelen, zal het wel een speler zijn.

De eerder genoemde oude rotten en jonge honden blijken al snel meer gemeen te hebben dan een rood-wit hart. Een man met grijs haar en een nette pantalon verheft zijn stem: “Die Lazovic, dat vind ik zo’n enge vent”. Zijn collega-grijsaard antwoord: “Ze zouden z’n knieschijf in tweeëntwintig stukken moeten breken. Die Bakkal, dat vind ik wel een aardige speler”. De jonge honden pakken het iets minder eloquent aan: “Hé Lazovic! Droplul!”, “Homo. Lul. Hé, homo!” en wanneer de spits buitenspel staat: “Lekker voor je, lul!”

Gelukkig hebben de twee groepen nog een derde eigenschap gemeen. Als een Spartaan kermend ter aarde stort, trapt zijn ploeggenoot de bal buiten de lijnen. Danko Lazovic krijgt de bal en speelt hem zonder enige aarzeling terug naar de Sparta-doelman. De oude rotten en de jonge honden halen hun koude handen uit de zakken en applaudisseren eensgezind.

Zelfs wanneer een speler het rood-wit van een andere club uit je stad heeft verdedigd, zelfs wanneer die speler besmet is met ‘de vallende ziekte’, wordt sportiviteit hier beloond. Gelukkig is niet alleen het Kasteel traditioneel bij Sparta.

Berry was bij Jong Sparta- Jong PSV

Geen opmerkingen: